“Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft” (Filp. 4: 13).
Van T-shirts tot tattoo’s en van schildjes tot sporthelden. Je kunt het zo gek niet bedenken, of Filippenzen 4: 13 staat er op. Geen wonder ook. Het is een motiverende tekst. Zie je op tegen een toets, een wedstrijd of een heel spannende gebeurtenis?”Geen probleem, je kunt hem aan! God geeft je kracht! Toch…? Of niet…?
Jij: een superheld?
Lang heb ik geworsteld met een antwoord op die vraag. De Engelstaligen hebben namelijk gelijk: the devil is in the details. Inderdaad: God geeft je kracht. Maar niet op de manier van al dat promotiemateriaal dat je tegenkomt als je op Google naar deze tekst zoekt. Dat ademt vaak een geeft van God die jou helpt om te schitteren, die van jou minstens een ster en anders wel een superheld maakt. En dat staat er dus niet.
‘In voor- en tegenspoed tevreden’
Paulus schreef de Filippenzenbrief vanuit de gevangenis. Daar had hij een moeilijke tijd. Niet alleen vanwege de gevangenschap zelf (op zich al geen pretje in die tijd), maar ook vanwege wat er in de kerk gebeurde. Er waren valse predikers actief en mannen die zich op het preken stortten om Paulus een voet dwars te kunnen zetten (Filp. 1: 16), om nog maar te zwijgen over verdeeldheid binnen de gemeente in Filippi (Filp. 4: 2). Zulke tegenslagen maken een mens over het algemeen niet vrolijker.
En toch gaat onze apostel niet lusteloos bij de pakken neerzitten. Hij schrijft het zelf in vers 11 en 12 van hoofdstuk 4: “… ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.” In deze omstandigheden moeten we ook ‘onze’ tekst lezen.
In hem of Hem?
Paulus heeft het allemaal al eens gezien: voorspoed en tegenspoed. Goede tijden, slechte tijden. En daar heeft hij iets van geleerd. In de grondtekst zegt hij dat hij geleerd heeft om ‘autarkisch’ te zijn, d.w.z.: zelfvoorzienend en geen steun nodig hebbend. Vandaar ook dat onze Bijbelvertalingen zeggen dat hij onder alle omstandigheden tevreden is (vs. 11). Paulus bedoelt hiermee niet te zeggen dat hij van zichzelf zo’n makkelijk persoon is, iemand die het leven maar gewoon neemt zoals het is. Zulke gedachten schoffelt hij in vers 13 radicaal onderuit: “Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft” (SV). Alleen door de kracht van onze Heere Jezus gaat Paulus niet naast zijn schoenen lopen als het hem goed gaat. Alleen dankzij Hem wordt hij niet bitter als hij tegenslag heeft. Hij is tevreden met wat God hem geeft.
Misplaatste motivatieleus
Zo bekeken is het volkomen misplaatst om het “ik vermag alle dingen…” te gebruiken als motivatieleus. Paulus zegt hier niet: “Wil je die toets halen? Wil je een grootse carrière? Wil je die belangrijke wedstrijd winnen? Geen probleem! Je kunt alle dingen door Gods kracht! Hij maakt van jou een superster met superkrachten!” Bij onze apostel gaat het niet om persoonlijk aards succes, maar om het grootmaken van Jezus Christus (zie ook Filp. 1: 20). Want Die heeft hem levend gemaakt en leeft in hem (Gal. 2: 20). Met zo’n insteek brengt het geloof je inderdaad grote winst (1 Tim. 6: 6). Niet omdat je hier op aarde zoveel succes hebt. Misschien ben je in de ogen van je medemensen zelfs wel een mislukkeling en een beklagenswaardig persoon. Maar in de hemel heb je dan een eeuwige schat, die nooit verloren gaat, om een eeuwigheid van te genieten. Koers als Paulus daarop en laat je niet door het hier en nu in verwarring brengen. Dan zul je merken dat je alles vermag, doordat Christus je kracht geeft.
Alexander Weggemans