Een christen heeft een geloofsbelijdenis. Dat weet je vast wel. Iedere zondag kun je die horen. Maar wist je dat ook een atheïst, iemand die niet in God gelooft, een geloofsbelijdenis heeft? Sterker nog: wist je dat die (on)geloofsbelijdenis in de Bijbel staat? Lees maar mee.

 

‘Er is geen God’

We lezen die geloofsbelijdenis in Psalm 14 en opnieuw in Psalm 53: “Er is geen God.” God? Die bestaat niet. Er is niemand die de wereld bestuurd. Er is niemand die het kwade bestraft. Er is niemand die zorgt voor de mensen.

De uitwerking van die gedachte is duidelijk. Als een inktzwart refrein klinkt het twee keer: “er is niemand die goed doet” (Ps. 14: 1 en 3; Ps. 53: 2 en 4). Waarom zou je ook? Als er niemand is die voor je opkomt, dan moet je het zelf doen. En als er geen Rechter is om je te oordelen, dan kun je best een beetje vuil spelen. Waarom zou je niet een beetje stelen of frauderen? Jij wordt er rijker van. Waarom zou je niet een relatie kapotmaken? Jij krijgt daardoor tenminste de partner van je dromen en leeft nog lang en gelukkig. Waarom niet een klein leugentje of roddeltje? Jij komt er door in een beter daglicht te staan. En zo kunnen we de hele wet wel bij langslopen en alle voordeeltjes bedenken die je hebt als je een gebod breekt.

 

Belijdenis van iedereen

Ja, wat zijn ze slecht hè, die atheïsten…? Stop! Kijk nog eens goed naar de Bijbeltekst. Wat staat daar? “Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goed doet, zelfs niet één.” Het zijn woorden die ook in het Nieuwe Testament terugkomen. In Romeinen 3 worden ze gebruikt om te onderstrepen dat alle mensen zondaars zijn, niemand uitgezonderd.

 

Ook de christen is van huis uit zo. Het kan heel goed dat je jezelf wel christelijk noemt, maar ondertussen leeft alsof God en zijn geboden niet bestaan. Je kunt iedere zondag naar de kerk gaan en toch God niet zoeken. Dan kun je met je mond de Heere belijden, maar met je daden zeggen: “Er is geen God.” Dan leef je feitelijk als een atheïst.

 

Oordeel over de belijdenis

Als je zo doet, noemt de Bijbel je een dwaas. Er is wel degelijk een God en Hij is niet afwezig. Daar winden onze Psalmen geen doekjes om. Hij kijkt vanuit de hemel naar de mensen, hun harten en hun daden. Hij ziet al het onrecht, de diefstal, de pijn die mensen elkaar doen. Hij kent je, ook al houd je je stil en bid je niet tot Hem. En Hij laat het er niet bij zitten. Met name Psalm 53 is daar heel duidelijk in: God rekent eens af met wie kwaad doen. Dat gebeurt niet altijd direct. Israël moest jarenlang slavenarbeid doen voordat God het volk uit Egypte bevrijdde. David moest jarenlang vluchten voor Saul, voordat de Heere hem koning liet worden. God geeft zondaars nog genadetijd. Maar als Hij dan ingrijpt, dan “worden zij door angst bevangen”. Terecht, want: “Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God” (Hebr. 10: 31).

 

Behalve angstwekkend is dit ook een troost voor alle gelovigen: eens zal de Heere alles goedmaken. Daar mag je nu al om bidden, zoals David ook doet aan het slot van de beide Psalmen: Och Heere, kom ons toch verlossen vanuit Sion, uw woonplaats. Och Heere, bevrijd ons toch van het kwade in ons leven en in deze wereld. Dan zullen we ons in U verheugen, nu en voor altijd. Wees geen dwaas door te doen alsof er geen God is, maar zoek Hem nu Hij Zich nog laat vinden.

 

 

Alexander


Commentaar

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...