Het derde gebod
Het derde gebod zegt dat je de naam van de Heer niet mag misbruiken. Je mag de naam van de Here God niet zo maar noemen, omdat Hij een groot God is en we Hem ook mogen liefhebben. Zijn naam mag dus nergens anders voor gebruikt worden dan voor die dingen die Hij Zelf zou willen. Je mag dus niet vloeken of Zijn naam als een stopwoord gebruiken. Veel mensen zullen ?Jezus? of ?God? wel op zo?n manier gebruiken. Of ze gebruiken de naam van God als ze boos zijn of gefrustreerd. Vaak weten mensen helemaal niet eens waarom ze dat doen.
Als je de naam van God wel misbruikt, dan ?besmet? je als het ware de naam van de Heer. Dat gebeurt trouwens ook wanneer je God voor je eigen karretje wilt spannen, bijvoorbeeld door te zeggen dat het de wil van God is als jij iets graag wilt. Maar als het noodzakelijk is om een getuige bij een eed of belofte te hebben, dan mag je Gods naam wel gebruiken, want God kent de waarheid. Hij Zelf is immers de waarheid.
Net als bij het tweede gebod voegt God ook aan dit gebod een waarschuwing toe. Hij zegt dat de mensen die Zijn naam wel misbruiken niet vrijuit zullen gaan, maar Hij zal die mensen straffen. Daarmee wordt nog eens onderstreept hoezeer Hij het misbruiken van Zijn naam verafschuwt.
Laura van Putten