Het negende gebod
In positieve zin gaat dit gebod over de eerlijke omgang met elkaar. Waar blijven we als we elkaar niet meer kunnen vertrouwen? In de NBG-vertaling van 1951 staat dit gebod in een bredere zin, namelijk dat je geen vals getuigenis mag spreken. Er is ook geen verschil tussen een leugen om bestwil, een halve waarheid of een overdrijving. In Gods ogen zijn het allemaal leugens.
Dat doen we allemaal wel eens: liegen. Een leugen is een valse verklaring die opzettelijk als waar gepresenteerd wordt, ook als we dingen niet zeker weten. Iemand belasteren doe je als je iets kwaads van iemand verteld en overdrijft. Als iemand vroeger iets fout heeft gedaan, je dat herhaald en zegt dat hij of zij dat nog altijd doet. Roddelen doet ook bijna iedereen wel eens. Vaak een beetje uit jaloezie en vooral als je iemand niet aardig vindt zeg je snel onaardige dingen over die persoon.
Mag je dan nooit iets onwaars zeggen? Mogelijk wel, als het vertellen van de waarheid gevaarlijke gevolgen kan hebben zoals in een oorlogssituatie of bij vervolgde christenen. ?Beter een levende hond dan een dode leeuw? (Pred. 9: 4). Misschien is het juiste antwoord wel dat het uiteindelijk gaat om het motief waarmee iets gezegd wordt. De Bijbel zegt dat God niet liegt en het negende gebod maakt duidelijk dat een vals getuigenis afleggen tegen onze naaste verkeerd is. Het is nooit aanvaardbaar voor een Heilige God die onze motieven kent.
Laura van Putten