Traditiegetrouw werd begin oktober de najaarsclassis van de classis Groningen gehouden. Na de opening van de vergadering en de vaste onderdelen, zoals vaststellen van de wettigheid en het behandelen van notulen, werden er diverse zaken besproken. Daarvan werden er een aantal in comité behandeld, waaronder de verslagen van de mentoren en een tweetal overige ingekomen stukken.
Dit keer bezocht br. Moolhuizen van het kerkblad voor het noorden de vergadering. Hij lichtte de classis in en legde verantwoording af over de gang van zaken rondom dit kerkblad. Er werd bijvoorbeeld van drukker gewisseld, de inlevertijd van de kopij werd aangepast en de financiën werden besproken. Ook spraken we over het aantal abonnees en de mogelijkheden om dit aantal te vergroten.
De classicale diaconale commissie bracht ook verslag uit van haar werkzaamheden van het afgelopen jaar. Er waren blijde berichten van zaken die heel goed gingen, maar ook verdrietige, omdat een van de bestuursleden van de commissie in de afgelopen periode overleed.
De classis sprak ook enige tijd over de preekvoorziening en de wens om eventueel op classicaal niveau preken ter beschikking te stellen, zo mogelijk digitaal. Er zijn een groot aantal argumenten gewisseld zowel voor als tegen. Uiteindelijk wordt besloten dat de gemeente van Winschoten dit onderwerp voor de volgende vergadering voorbereidt en eventueel de classis dient met een instructie voor de particuliere synode van 2015.
Tenslotte werd nog gesproken over het onderwerp ‘Stad en Ommeland’. Bij dit onderwerp gaat het vooral over de vraag hoe je elkaar onderling als gemeentes kunt ondersteunen. Wat kun je nu op praktisch niveau voor elkaar betekenen? Dit onderwerp stond zeker niet voor het laatst op de agenda.
J.J. van Dokkum, Notulist