De boeken van N.T. Wright, een vooraanstaande Britse nieuwtestamenticus en voormalig bisschop van Durham in de Church of England, trekken al een poos volop de aandacht.
Dat zal er mee te maken hebben dat het hem lukt de grote lijnen in de Bijbel, in combinatie met allerlei details, helder neer te zetten. Veel dingen uit de Bijbel vallen op hun plaats, zo was mijn leeservaring. Een ander punt is dat hij een aantal issues, zoals levensheiliging en het koninkrijk van God weer duidelijk en gemotiveerd op de agenda weet te plaatsen. En een zekere tweedeling die er in het christendom lijkt te bestaan overbrugt hij. Hij weet de verbinding te leggen tussen enerzijds een christendom dat het geloof als iets sociaals ziet (goed zijn voor armen en gevangenen) en anderzijds een christendom dat, even eenzijdig, stelt dat het in het geloof gaat om de persoonlijke redding (en de hemel) door Jezus’ dood. Aanhangers van de eerste vorm hebben het vaak niet zo met Jezus’ dood, de tweede zijn vaak niet of nauwelijks gefocust op heiliging.
Jezus de nieuwe tempel en sabbat
Laten we een kleine greep doen uit zijn boek Gewoon Jezus. Wright typeert Jezus als degene die de tempel en de sabbat vertegenwoordigt. Het is goed om te beseffen wat tempel en sabbat eigenlijk zijn. Het zijn niet ‘maar’ wat religieuze ‘dingen’. De tempel (en eerder de tabernakel) is van oudsher de plek of ruimte waar hemel en aarde bijeenkwamen, door Gods aanwezigheid aldaar. En qua tijd is de sabbat die ene dag in de week waar hemel en aarde bijeenkwamen.
Mét de komst van Jezus werd Gods aanwezigheid op aarde als het ware geïntensiveerd. Jezus was de rondwandelende tempel, de levende sabbat in eigen persoon! Het koninkrijk van God was daarmee nabij gekomen.
Mét Jezus werd Gods doel gerealiseerd, althans in eerste aanleg: Gods regering op aarde. Dat Jezus, mensen hun zonden vergaf was een doorn in het oog van de leiders van het volk Israël. Vergeving hoorde immers bij de tempel?! Niet bij Hém! De farizeeën dachten dat ze door handhaving van zuivere rituelen de komst van Gods koninkrijk zouden bespoedigen. En Jezus strooide roet in het eten. Jazeker, hun doel, Gods koninkrijk, was dus hetzelfde als dat van Jezus. Maar Jezus zien als Iemand die de tempel en de sabbat verving, ja vervulde? En zo terzijde schoof?
Jezus’ genezingen, zijn uitspraken, de feesten die hij vierde, de vergeving die Hij schonk aan mensen die dat bitter nodig hadden, samen vormden ze het plaatje van Gods herstelde koningschap. Deze daden schakelden zowel de heersende geestelijke leiders als de tempel uit! En dat móest wel gaan botsen. Maar ook dat het botste en vastliep was juist iets dat moest gebeuren: Jezus’ kruisdood. De dood van een gehoorzame, goede onschuldige op wie letterlijk alle kwaad zich concentreerde: verraad, vernedering, intrige, Joodse leiders die samenspanden met de wereldlijke macht van de Romeinen. Dit kwaad heeft Hij afgevoerd, overwonnen. De achilleshiel van het kwaad is definitief geraakt.
Ruimte uitgebreid
Op maar liefst drie manieren wordt Gods koninkrijk hier en nu waar. Op het gebied van de ruimte, de tijd en de materie.
Mét Jezus breidt God Zijn ruimte op aarde uit. Eerst was de tempel Gods teken dat Hij de ruimte van de wereld weer opeiste. Zijn aanwezigheid aldaar was niet een terugtrekking of afzondering van de wereld maar een bruggenhoofd. Jeruzalem is niet voor niks eeuwenlang als het middelpunt van de wereld afgebeeld. Maar behalve dat was het dus ook de ontmoetingsplaats tussen hemel en aarde. Toen Jezus op aarde kwam veranderde de ontmoetingsplaats tussen hemel en aarde op een heel wezenlijke manier. Niet langer vervulde de tempel die functie. De ontmoeting tussen hemel en aarde vond daar plaats waar mensen werden genezen, waar mensen vergeving ontvingen. Anders gezegd: daar waar Jezus actief was. En later: waar Zijn Geest in mensen actief wordt.
Het werd overigens ook hoog tijd dat de tempel terzijde geschoven werd. Het was een symbool geworden voor commercie, een soort bank waar financiële schulden werden geregistreerd in heuse registers. Sterker nog, de tempel was ook symbool geworden voor oorlog en opstanden…
Tijd uitgebreid
Ook op het gebied van de tijd gaat er wat gebeuren. Toen God de hemel en aarde geschapen had, ging Hij op de zevende dag ervan genieten. In feite vormden hemel en aarde te samen de tempel. Vóór de zondeval was er nog geen splitsing. Bij de instelling van de Wet functioneerde de zevende dag als een wegwijzer: de dag waarop Gods tijd en de tijd van de mens elkaar ontmoetten. En daarmee gaf de sabbat aan waar het naartoe moest met de tijd, wat de bedoeling was. Aarde en hemel die weer één zouden worden. Als Jezus dan zegt: ‘Nu (heden) is de tijd vervuld’ ( Mar. 1, 15), dan gaat het hierover. De sabbat had een wegwijzerfunctie, maar waar het naar verwees, dat Gods tijd en mensentijd elkaar zouden ontmoeten, is met de komst van Jezus gebeurd en dus vervuld.
Ten onrechte zetten we vandaag de dag Jezus neer als een revolutionaire sabbatschender die ons wou afhelpen van een regeltjesgeloof. Het is veel méér. De sabbat is de gebruikelijke wegwijzer naar Gods beloofde toekomst, en Jezus kwam in het begin van de jaartelling even vertellen (en waarmaken) dat de toekomst waarnaar de sabbat verwees, samenvalt met het ‘heden’, met Zijn komst.
Materie vervuld met glorie
We hebben het gehad over ruimte, over tijd en nu zullen we het nog hebben over de fysieke wereld, de ‘materie’. Materie, dat onverbiddelijke ‘spul’, onderworpen aan wetten. Zal daarmee ook nog wat gebeuren, zoals met tijd en ruimte? In de Joodse visie is de werkelijkheid een ‘voorwerp’ dat bedoeld is en was om vervuld te worden met Gods glorie. Zoals de zee vol water is, zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de HEER zijn (Hab. 2, 14).
Wat betekent dit nou eigenlijk? Wij vandaag zijn gewend aan de idee dat onze werkelijk op eigen kracht doordraait, zoals een opgewonden horloge. God of de goden zijn ver weg. Áls ze er al zijn. Betekent Gods aanwezigheid met de komst van Jezus ook (nu al) iets voor de werkelijkheid waarin wij leven? Voor die onverbiddelijke materie?
Laten we het wat preciezer bekijken. Jezus voelde kracht uit zich wegstromen toen een vrouw hem aanraakte om te worden genezen. Haar fysieke materie veranderde door een vreemde macht. Alsof een nieuwe macht, een nieuwe leiding de ‘zaak’ had overgenomen. Vissen werden naar het net van vissers gestuurd. Doden opgewekt, een menigte gevoed, een storm bedaard en watergolven beloopbaar…
De wereld te vervullen met Zijn glorie… Vaak zien we Jezus’ wonderen enkel maar als bewijzen voor zijn goddelijkheid, zijn bovennatuurlijke afkomst. Maar in wezen vertellen ze vooral het verhaal van de nieuwe schepping, de vervulde tijd, datgene wat gebeurt als hemel en aarde samenkomen. Want hier blijft het niet bij. Ook vandaag de dag is Zijn opstandingskracht al merkbaar, en dat is nog maar een voorproefje.
Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen
N.T. Wright, Gewoon Jezus,Van Wijnen: Franeker 2013, 271 p, € 24,95, ISBN 9789051944518.