‘Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan.’ Hoe vaak hebben we die woorden misschien wel gezongen. Uit volle borst, omdat de boodschap van Pasen ons met vreugde vervult. We weten immers van een levende Heer: de Heer is waarlijk opgestaan. Geweldig dat te mogen weten. We kunnen het niet genoeg onderstrepen.
In de artikelen in dit paasnummer letten we vooral op de lijnen die vanuit het Oude Testament zichtbaar worden als het gaat om de betekenis van de opstanding. Het is opmerkelijk hoeveel lijnen daarin te ontdekken zijn. Die ons ook vandaag nog de hand reiken en houvast geven.
Dat geldt ook als het gaat om de vraag wat Pasen betekent in het leven van alledag. Want dat Jezus uit de dood is opgestaan, betekent veel meer dan alleen dat we weten dat er straks een doorgang is voor allen die in Hem geloven – een doorgang naar het eeuwige leven. Dat Jezus is opgestaan betekent inderdaad, zoals het paaslied het zingt, dat het nieuwe leven aanvangt. Het nieuwe leven begint. Omdat Jezus leeft. Pasen betekent iets voor wat ik vandaag doe, en hoe ik dat doe.
Om stil van te worden
Elke keer als ik Romeinen 6 lees, sta ik versteld van wat daar gezegd wordt. Ik noem slechts een paar dingen, want het is allemaal zo groot, dat je er haast van gaat stotteren. Moet je nagaan: Paulus zegt dat we, als we met Christus gestorven zijn, ook met Hem zullen opgestaan. Om, zegt hij erbij, in een nieuw leven te wandelen. Ja, zegt Paulus, want als we met Christus zijn gestorven, betekent dat dat onze oude mens daar aan het kruis met Hem mede-gekruisigd en gestorven is. Zodat aan (het lichaam van) de zonde zijn kracht ontnomen wordt en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.
Bevrijding.
Kijk, dat is bevrijding. Toen Israël door God uit Egypte werd bevrijd, werd een einde gemaakt aan de slavernij waaronder ze eeuwen gebukt waren gegaan. En werden ze bevrijd om met de Here te leven! Dat viert Israël nog altijd met Pesach.
En Paulus zegt hier hetzelfde. Wie met Christus is gestorven en opgestaan is bevrijd uit de slavernij van de zonde. Ik lees dat vandaag, en word er stil van. Want is dit ook wat we merken? Is het niet vaak heel anders? En toch, Paulus zegt het, en hij zet er nog eens een dikke streep onder als hij opmerkt dat het voor de gelovigen vast moet staan dat ze – nota bene – dood zijn voor de zonde maar levend voor God in Christus Jezus.
Dit zijn woorden, die je in je hand moet nemen. Die je moet bekijken. En proeven. Om ze voor jezelf, te herhalen en weer te herhalen en nog eens: ‘Het moet voor u vaststaan dat u dood bent voor de dood maar dat u levend bent voor God in Christus Jezus.’ Dit is wat het evangelie zegt. Niet als een stuk mooie theologische theorie, maar als een geloofsuitspraak over wat in het licht van het evangelie een werkelijkheid is voor allen die in Christus zijn. Wie in Christus is, is een nieuwe schepping.
Sta op in de vrijheid.
En daarom: mens, sta op. Toen God Israël kwam bevrijden uit Egypte, nam Hij ze niet onder de arm, maar riep Hij ze op om achter Mozes de vrijheid binnen te lopen. Gelovend dat God hen werkelijk de vrijheid zou geven. Daarom moesten ze opstaan. Wie in Egypte zou blijven, zou de vrijheid niet proeven.
Kijk, daarom zegt Paulus ook, meteen nadat hij heeft opgeschreven dat het voor de gelovigen vast moet staan dat ze dood zijn voor de zonde en dat ze levend zijn voor God in Christus Jezus, dat ze de zonde niet meer als koning moeten laten heersen in hun leven. Nee, zegt Paulus, sta dan ook op in dat nieuwe leven. Breek met de zonde. Geef niet toe aan de begeerten die op je afkomen. Sta op in het nieuwe leven. En doe dat omdat de genade van God jouw kracht geworden is. De genade waarin vergeving van schuld wordt gevonden. De genade van God die meteen de belofte van de Geest in zich heeft. Want God levert geen half werk. Hij voltooit wat Hij begonnen is in Christus Jezus.
Pasen – sta op!
Daarom is de boodschap van Pasen ook een geweldige oproep. Om op te staan, en om te leven in het nieuwe leven dat met de opstanding van Jezus aan het licht is gekomen. Want Jezus leeft, en ik met Hem.
Dat zingt het geloof. Het geloof dat weet de genade elke dag nodig te hebben. Het geloof dat niettemin vertrouwt op wat de Here God zelf zegt. Het geloof dat daarom voortdurend opziet naar de Here. Here, maak mij levend naar Uw Woord.
‘Op Uw Woord, Here, sta ik op. Omdat U mij roept en omdat U het me geeft. Houdt U mij vast. Zet me op mijn benen. Houd me overeind. En doe mij leven in de vrijheid die U geeft, om met U te leven.’
J. van ’t Spijker, Hoogeveen