Structuur van het kerkverband
Deze vraag kreeg ik naar aanleiding van de samenwerking met de NGK. Als de NGK vrouwelijke ambtsdragers krijgt, mogen die dan ook meedoen in onze gezamenlijke diensten?
Er komen steeds meer vragen over het kerkverband en over de kerkorde, zowel in de plaatselijke gemeenten als in de classis. Iemand merkte op de kerkenraadsvergadering op: met de kerkorde kan ik niet meer uit de voeten; daarmee wordt alles dood gemaakt.
Wie rond kijkt, weet dat dit verschijnsel zich niet alleen voordoet in de kerk. Je ziet het in de hele maatschappij. Hoewel, ik zie daar een kentering.
Er was een tijd, dat op scholen van alles en nog wat mocht; strenge regels werden aan de kant gezet; eigen verantwoordelijkheid kwam voorop te staan. Intussen worden regels weer strenger; er moet orde en structuur zijn. In de politiek en in de omgangsvormen zijn er geen fatsoensregels meer. Je mag alles zeggen. Lang leve de vrijheid. In de debatten in de Tweede Kamer wordt nogal eens onparlementaire taal gebruikt; de wet op godslastering moet verdwijnen. In de economie is het vooral het vrije marktdenken, dat vrijheid moet geven aan de burger. Maar we hebben de afgelopen tijd gezien, wat dit bij banken en pensioenen heeft opgeleverd. De roep klinkt weer, dat de overheid meer controle moet gaan oefenen en weer meer in eigen hand moet nemen.
Bij dit alles kun je zeggen, dat het individualisme hoogtij viert, maar tegelijkertijd zien wij daarbij hoe gemakkelijk dat verwording en chaos meebrengt.
In de kerk
In de kerk hebben we ook te maken met meer bewustwording van gemeenteleden. Zij zijn geschoold en hebben een eigen mening. Die wordt niet alleen gevormd door wat de dominee of de kerk zegt. Daardoor krijg je allerlei opmerkingen zoals boven is genoteerd.
Ik merk, dat ik als predikant soms in moeilijkheden kom. Je hebt bij je opleiding geleerd over Gereformeerd kerkrecht en kerkstructuur, met daarbij de kerkorde. Dat alles is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Er zit een hele geschiedenis achter en vooral bijbels-kerkelijk denken. Je merkt in de kerk, dat er ? zowel door kerkenraadsleden als ook door gemeenteleden ? bitter weinig wordt gelezen. En dan wordt een oud gezegde waar: wie de geschiedenis niet kent, dient die over te doen.
Op die manier moet je bij alle verschijnselen opnieuw doordenken hoe je problemen oplost. Daarbij zegt de ??n dit, de ander vindt dat.
En vooral: in je eigen gemeente moet je kunnen doen, wat ?men? vindt en daarbij hoeven we ons niet te laten leiden door het kerkverband en de kerkorde.
Allerlei regels van de kerkorde worden dan verwaarloosd of aan de kant gezet. Uitspraken van de generale synode zijn wetten ?van bovenaf? opgelegd.
Structuur
Ik heb gewerkt in een zendingskerk, waar een vorm van Gereformeerd kerkstelsel moest komen en waar nog niets was. Het was voor mij een weg zoeken in een oerwoud. Dat gaf onrust, onzekerheid en wat was ik blij met dat wat ik in mijn opleiding had geleerd. Nee, niet in de eerste plaats, omdat ik de kerkorde kende, maar vooral omdat ik bijbels had leren denken, vanuit de geschiedenis en vanuit kennis van zaken.
Ik heb geleerd, dat je zonder structuur niet kunt ? dan wordt het een chaos. We zien dat duidelijk in de politiek, in de maatschappij en in de economie.
Het wezen van de kerkorde is gekomen uit 1 Corinthe 14:33: want God is niet een God van wanorde, maar van vrede, en 1 Corinthe 14:40: alles moet op gepaste wijze en in goede orde gebeuren.
Juist in de gemeente van Corinthe, waar het zo vaak fout ging, schrijft Paulus over de orde in de gemeenten. Ook bij de andere gemeenten stelde Paulus ouderlingen en diakenen aan en gaf hij voorschriften en regels voor het handelen in de gemeenten. Daarbij gaf hij ook bepaalde aanwijzingen, die in alle kerken geldig waren.
Basis voor kerkstructuur en kerkorde zijn daarom deze bijbelse voorschriften geweest.
Kerkelijk recht is Goddelijk recht
We hebben in de Gereformeerde kerkstructuur geleerd, dat niet mensen het voor het zeggen hebben in de kerk en in de gemeente, maar het Woord van God. De kerk is niet een democratie, maar een theocratie. Vanuit de belijdenis belijden wij, dat we ?n persoonlijk ?n gemeentelijk niet van onszelf zijn, maar het eigendom van de Here Jezus Christus (Catechismus zondag 1 en 21). De Here Jezus is het Hoofd van de gemeente en Hij spreekt en regeert ons door zijn Woord en Geest.
De bijbel leert ons om niet als plaatselijke gemeente zelfstandig op te treden, maar we leren dat de lokale kerk verbonden is met het grotere geheel en dat we daarin leren luisteren naar elkaar.
Hier echter breekt de kerkgeschiedenis met al haar kerkscheuringen dit bijbels gegeven in stukken. Je krijgt allerlei kerkstructuren en kerkregeringen. In ons kerkverband willen we echter blijven bij wat het Woord zegt, wat God zegt.
Kerkelijk recht is Geestelijk recht
De kerkorde is niet gelijk aan een wetboek, met dwingende regels en dreigende straffen. Maar de kerkorde is een geschenk van de Geest, zoals in het eerste artikel van de kerkorde omschreven staat: om in de gemeente van Christus een goede orde te onderhouden. Het is geen wettelijke orde, maar een goede orde. En als ik hierboven aangeef, dat het kerkelijk recht een Geestelijk recht is, dan bedoel ik daarmee, dat de Geest de kerk wil opbouwen, zoals dat in Efeze 4:16 wordt omschreven. Ons lichaam kan goed functioneren als de spieren en de gewrichten alles ondersteunen en bij elkaar houden. Dat geeft ook aan, dat we in alles in de gemeente vragen: Here, wat is uw wil en bedoeling? In Efeze 4 worden de grondlijnen aangegeven voor een goede kerkstructuur.
Niet alleen het eerste artikel van de kerkorde is van belang, ook wat vroeger het laatste artikel was: geen kerk zal over andere kerken, geen ambtsdrager over andere ambtsdragers, op welke wijze ook, heersen.
Kerkstructuur ? beklemmend of bevrijdend?
Het wettisch gebruik van de kerkorde in het kerkverband komt bij mij als beklemmend en storend over. Daar zit weinig liefde, weinig Geestelijks in. Dan is alles wettelijk vastgelegd voor alle tijden en voor alle eeuwen. In Handelingen 15 ? op de eerste algemene synode te Jeruzalem ? liet men de gemeenten uit de heidense wereld in heel veel vrij met het motief om hen geen al te zware lasten op te leggen, zeker niet in de erediensten. Dan houd je rekening met de ander, dan houd je rekening met een andere gemeente binnen eenzelfde kerkverband. Dan laat je aan de Geest de ruimte om de gemeente op te bouwen.
Aan de andere kant ? als men geen weet meer heeft van bijbels spreken, van kerkgeschiedenis en van het wezen van de kerkorde ? dan houdt men alleen menselijk spreken van het moment over. Vandaag dit, morgen dat. Dan heeft de mens het voor het zeggen en niet meer God.
Hiermee is lang niet alles gezegd, maar hier liggen voor mij wezenlijke zaken van het kerkverband en de kerkstructuur. Binnen eigen gemeente, binnen de classis en op landelijk niveau kennen we in onze kerk grote verschillen. Daarin wil ik respect op brengen voor gemeenten, die op bepaalde punten van de kerkorde anders handelen, dan wij in onze gemeente. Maar tegelijkertijd vraag ik van de ander ook respect voor onze gemeente; hoe wij handelen op grond van hetgeen ik hierboven heb geschreven.
Dan is er niet alleen goede orde, maar ook vrede in de gemeente.
Dronten
H. Jonkman