In een vorig artikel hebt u kunnen lezen over het veelbewogen leven van John Bunyan en over de kerkelijke en politieke toestand in zijn tijd. In de gevangenis schreef hij het klassieke boek The Pilgrim’s Progress , in het Nederlands De Christenreis .
Voor de lezers die het niet kennen, een korte inhoud: Christen woont in de stad Verderf. Hij komt tot het inzicht dat hij, als hij in de stad blijft, voor eeuwig verloren gaat. Hij torst een zwaar pak op zijn rug, te zwaar om te dragen. Dan ontmoet hij Evangelist, die hem de weg wijst naar een klein poortje, waar hij verdere aanwijzingen zal krijgen. Hier zal hij ook verlost worden van het zware pak. Hij gaat op weg, maar onderweg ontmoet hij allerlei mensen en situaties die hem willen verleiden af te wijken van de aangewezen weg, zoals Wettisch en de poel Mistrouwen. Gelukkig zijn er anderen, die hem helpen het rechte pad weer te vinden. Bij het poortje ontmoet hij Uitlegger, die hem verder de weg wijst naar de Hemelstad. Als hij een kruis langs de weg passeert, verliest hij zijn zware last. Maar een gemakkelijke reis wordt het niet! Mondchristen, Atheïst, de IJdelheidskermis en nog heel veel andere verleidingen maken zijn reis zwaar. Maar hij ontmoet ook Getrouwe, die samen met hem de reis vervolgt. Het laatste stukje reist hij samen met Hopende. Met hem gaat hij de (doods)rivier over, waar twee engelen hen verwelkomen in de Hemelstad.