Twee commissies deden hun werk: de commissie-Deetman en de commissie-Samson. De eerste deed onderzoek naar seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk en de tweede in de Jeugdzorg. Het eerste rapport is nog dagelijks voer voor journalisten, cabaretiers en ieder die er iets over zeggen wil. De paus en pastoors worden nog dagelijks met pek en veren overgoten en smalend heengezonden. Over het tweede rapport hoor je nagenoeg niets. Mevrouw Samson zei onlangs dat na het verschijnen van haar rapport het doodstil is geworden.
Steeds treft mij dat onevenredig de pijlen worden gericht op de kerk en haar leidslieden. Het aftreden van de paus gaf weer alle aanleiding om zonder enige rem voor radio en tv de meest lasterlijke woorden te spreken en vergelijkingen te maken. Ik zal ze niet herhalen, ze zijn te min voor woorden.
Te schrijnender is dat al die slachtoffers in de Jeugdzorg worden doodgezwegen. En dat terwijl de cijfers schokkend zijn. 61 procent van de vrouwen en 23 procent van de mannen met een verstandelijke beperking is ooit het slachtoffer van seksueel geweld is geweest. Het misbruik in de instelling was voor deze slachtoffers dus de tweede keer dat zij aan hun lot werden overgelaten. Dat is een verschil met kinderen in rooms-katholieke instellingen, die in veel gevallen wel een redelijke band met hun eigen ouders onderhielden. Om naar buiten te treden, een taboe te doorbreken, moet je stevig in je schoenen staan. En door die dubbele kwetsbaarheid is dat het nu juist waar het de slachtoffers in de doelgroep van Samson vaak aan ontbreekt. De enkelingen die wel over het verleden durfden te vertellen, verhaalden van andere misbruikslachtoffers die door alle ellende aan de drugs raakten of zichzelf van het leven beroofden.
We vergapen ons aan de zonden van de ander in het verleden, maar de misstanden van vandaag willen we niet zien. We verklaren de ander tot schurk en wassen onze eigen handen in onschuld, maar laten wel de slachtoffers langs de kant van de levensweg liggen.
Laten we hopen dat het rapport-Samson niet het zoveelste is dat onderin de dossierkast verdwijnt en er niet opnieuw een onderzoek nodig is om de politiek nu écht te bewegen om werk te maken van het voorkomen van seksueel geweld in instellingen. Want ieder slachtoffer is er één teveel.
Boete en berouw en vragen om vergeving past bij de kerk. Bij monde van de paus en anderen is dat gedaan, al maakt dat nooit het gebrokene weer heel. De kerk erkent en geeft schadevergoeding, voor zover dat nog kan en is het te betreuren dat dit soms niet (meer) kan. Van de zijde van de overheden klinkt een ‘sorry’ en blijft het verder stil. De roep om gerechtigheid klinkt, maar dan wel een gerechtigheid die voor alle slachtoffers nagejaagd wordt en die alle schuldigen dwingt tot erkenning en boete. Geen selectieve verontwaardiging, maar gelijke monniken, gelijke kappen.
Assen
Stoffer Otten