“Wij gaan trouwen”, was de mededeling van één van mijn collega’s. Ik feliciteerde hem van harte met dat voornemen. We willen toch graag dat jongelui na een periode van verkering gaan trouwen. Ik vroeg hem: “En waar zal dat plaatsvinden?” “Op één van de Waddeneilanden”, was het antwoord. “Dat leek ons wel leuk. Iedere dinsdag moet ik voor mijn werk daar naar toe. We trouwen daar ook in de kerk.” “Dus niet in jullie eigen kerkelijke gemeente?” vroeg ik nog. “Nee, dit leek ons mooier.”
Wat ik hierboven schets komt steeds vaker voor: trouwen op een romantisch plekje, een leuk kerkje en soms ook nog een voorganger die je zelf hebt uitgezocht. Of er ook een deel van de kerkenraad van de eigen gemeente bij aanwezig is? Soms wel, soms ook niet. Het lijkt dan meer op een gezellig en mooi onderonsje dan trouwen voor het aangezicht van God en Zijn gemeente. Je trouwt nog wel in een kerk, maar heet het daarom een kerkelijke huwelijksbevestiging? In de hiervoor genoemde situatie krijg je natuurlijk ook Gods Zegen mee. En daar is het je ook om te doen. Maar de bedoeling van een kerkelijke huwelijksbevestiging is, dat die zegen namens God door de voorganger gegeven wordt voor Gods aangezicht en in het midden van Zijn gemeente. En mijns inziens wordt daar in eerste instantie de gemeente mee bedoeld waar je lid van bent. Zo begint het formulier voor de kerkelijke huwelijksbevestiging toch ook: wij zijn als gemeente bijeen voor de bevestiging van het huwelijk van . . . . . (vul de namen zelf maar in).
Maar waar zijn die gemeenteleden dan? Als je lid bent van een gemeente op het vasteland en je moet voor de kerkelijke huwelijksbevestiging bijvoorbeeld op één van de Waddeneilanden zijn, kan ik mij voorstellen dat er geen of slechts een handjevol gemeenteleden aanwezig is. Maar als het in je eigen kerkgebouw is, of in de buurt, hoe zit het dan? Naast familie, vrienden en wat buren is het aantal gemeenteleden dat in de kerk aanwezig is, niet erg groot. Er zijn er die, als het enigszins mogelijk is, iedere kerkelijke huwelijksbevestiging binnen de eigen gemeente bijwonen. Een prima voorbeeld om na te volgen. Maar het gros? Een paar mensen van de wijk- of zusterkring zijn nog aanwezig maar dan houdt het meestal wel op. Ik begrijp ook wel dat niet iedereen hier nog tijd voor vrij kan maken. Daar komt nog bij, dat je In een grote gemeente het bruidspaar soms niet eens kent.
Maar het formulier zegt toch dat het huwelijk van gelovigen in de samenkomst van de gemeente van Christus wordt bevestigd. Waar zijn dan die leden van de gemeente?
Je kunt natuurlijk tegenwerpen dat je vooral in een grote gemeente met meer dan 1500 leden minstens iedere maand wel een trouwdienst kunt bijwonen. Moet je daar iedere keer weer een vrije middag voor opnemen? Als antwoord zou ik daarop willen zeggen: probeer het eerst eens bij die huwelijksbevestigingen waarvan de leden in je eigen wijk wonen. Of is dat teveel gevraagd?
Misschien een idee om de kerkelijke huwelijksbevestiging ’s avonds te laten plaatsvinden in plaats van ’s middags. Dan geef je gemeenteleden de gelegenheid en doe je recht aan de woorden: voor Gods aangezicht en Zijn gemeente.
Dokkum
Pieter Sijtsma