Het Jonas Daniel Meijerplein is een van m’n favoriete plekken in Amsterdam. Op dat plein, pal achter de grote synagoge staat het stoere standbeeld van de Dokwerker. Het is het symbool van de Februaristaking. Vorige week (25 februari) werd voor de vijfenzeventigste keer die unieke opstand herdacht. Op 2 februari 1941 nam de Amsterdamse beroepsbevolking het niet langer dat de Joden werden opgejaagd en gedeporteerd. Stratenmakers, vuilnisophalers, dokwerkers en anderen gingen met stokken en staven de Duitsers te lijf. Een ongelijk strijd natuurlijk, maar toch een morele overwinning. Wat een moed.
Aangrenzend aan het Jonas Daniel Meijerplein is het Mr. Visserplein. Dit plein ligt voor de Grote Synagoge. Er staat geen standbeeld. Hier gaat het om de naamgever van het plein: Mr. Visser. Lodewijk Ernst Visser was tot november 1940 de president van de Hoge Raad, de hoogste baas van het hoogste rechtscollege. Maar hij was een Jood en dat kon natuurlijk niet en daarom werd hij door de Duitsers afgezet. ‘Geen van de raadsheren van de Hoge Raad tekende protest aan tegen zijn ontslag’. Wat een lafheid.
De Februaristaking werd al snel in een krachtig puntdicht samengevat.
Wat men uit dezen bittren tijd
Aan uur of dag vergeten mag:
nooit deze onvolprezen dag,
Toen ’t volk, dreiging en dood ten spijt,
Ter wille van gerechtigheid,
Opstond voor ’t volk dat onder lag.
Burgemeester Van der Laan typeerde, in zijn toespraak vorige week, Amsterdam als een stad met twee zielen in de borst. Naast de februaristakers waren er overijverige politieagenten en minstens zo ijverige ambtenaren, die met hun bizarre regeltjes het leven van de opgejaagde Joden nog zwaarder maakten en de weinig teruggekeerde Joden werden met onbegrip en desinteresse tegemoet getreden. Wat beschamend.
Als de Shoah herdacht wordt hoor je altijd de bezweringsformule. ‘Nooit meer’. We doelen daarmee vooral op het ongebreidelde geweld van de nazi’s. Maar als we weer ‘nooit meer’ zeggen kan het ook geen kwaad om te denken aan de lafheid die door zo veel Nederlanders is getoond. Heere laat het alstublieft niet meer gebeuren. Nooit meer!
Krijn de Jong, Urk