Voorbereiden, verwachten, verheugen.
Komende zondag begint ook in de kerk de voorbereiding voor Kerst: Advent. Advent is een periode van vier weken voor Kerst. De periode waarin iedere zondag een kaars wordt aangestoken in de kerk. Wat doen we eigenlijk in de kerk aan voorbereiding? Wat buiten de kerk gedaan wordt is wel duidelijk: veel kopen. Ikea, Hema of V&D. Maar in de kerk? In de kerk steken we een kaarsje aan, misschien nog een gedichtje erbij, of een Bijbeltekst. That’s it? Of is het meer dan er eventjes aan denken?
Kerst gaat om de komst van Jezus. Jezus is 2000 jaar geleden al gekomen, maar Hij zal nog een keer komen, om ons op te halen. Dat is dan het einde van de wereld. De Jongste dag wordt dat wel genoemd in de Bijbel. En juist daaraan mogen wij denken in de tijd voor Kerst, in deze vier weken die daar speciaal voor gekozen zijn. Hopen dat Jezus snel weer komt. En tegelijk blij zijn dat Hij al eens is gekomen. Dat betekent het woord Advent ook: komst of komen. Het gaat om God die naar de wereld toekomt. De hoop daarop, maar ook de dank daarvoor.
En juist in de weken voor Kerst mogen we aan dit alles denken. Hoop en dank. Bijbellezen, nadenken wat dit voor jezelf betekent. Hoe vaak staan we er bij stil dat Jezus ieder moment terug kan komen? Wat zouden we dan doen? Zouden wij mee mogen? Daarvoor is Advent juist bedoeld. Na te denken over hoe goed onze God is. Hij heeft Zijn Zoon gegeven, zodat wij, als we in Hem geloven, straks mee mogen naar de hemel. En juist als je je verheugd op dat feest, Kerst, hoe mooier het voor je gaat worden, hoe meer betekenis. Net zoals je je verheugd wanneer je weet dat je binnenkort iets leuks gaat doen, bijvoorbeeld een feestje of excursie. Ook daar verheug je je op. Je spreekt erover met je vrienden. Da’s ook voorbereiding. Zo mogen wij dat ook doen voor Kerst.
Want als er Iemand is geweest die veel voorbereidingen heeft gehad voor Kerst, dan was het God wel. Lees maar eens in het Oude Testament. Jezus moest Zoon worden van David, een Israëliet. Maar al die families hadden ruzie en vermoordden elkaar. Dat begon al helemaal in het begin. Ze werden slaven in Egypte. Later werden ze weer weggevoerd, ver weg van Israël. Iedere keer lees je dat de duivel probeerde ervoor te zorgen dat Jezus niet op aarde zou komen. Herodes die alle jongetjes laat vermoorden, waardoor Jozef en Maria moesten vluchten naar Egypte, is natuurlijk een heel duidelijk voorbeeld. De duivel die vocht. Die niet wilde dat Jezus op aarde kwam. Dat kostte veel werk voor God. Toch heeft God dat voor ons gedaan, iets dat Hij niet had hoeven doen. Maar Hij deed het toch, om ons het mooiste kerstcadeau te geven wat er is. En Hij wil niets liever dat jij en ik dat cadeau met beide handen aanpakken. Gods genade, Zijn Zoon die voor ons in de plaats is gestorven. Bereid je daar nou op voor. Denk erover na wat jij met dat cadeau zou doen. En hoop. Hoop dat Jezus terugkomt, zodat we de Gever kunnen zien. En bedank. Bedank voor al die moeite die Hij heeft gedaan.
Bram Hofland