Waar blijft ‘ie nou? Wanneer komt de hulp? Misschien heb je het wel eens meegemaakt: een ongeluk. Iemand onder het bloed. Snel 112 bellen. En dan wachten… Waar blijft de ambulance? Waar blijft de hulp?
In Johannes 1:43-51 lezen ook over twee mannen die op redding wachten. Filippus en Nathanaël. Zij wachten op een Redder, een Verlosser. Iemand die alles weer recht komt zetten. Niets liever willen ze dan dat de Messias komt. Ze kijken uit naar de beloofde Koning van God.
En wat gebeurt er? Filippus ontmoet Jezus. Om precies te zijn: Jezus komt op hem af. En Filippus heeft het direct door. Dit is Hem. Dit is de Redder, de Koning waarop we aan het wachten waren. Als hij Jezus ziet, is het Filippus direct duidelijk: dit is de Messias! Hij is daar zo blij over. Direct vertelt hij het aan Nathanaël, zijn vriend: ‘Nathanaël, moet je nou eens komen kijken. Degene naar wie wij verlangden, op wie wij zaten te wachten, de Koning, de Redder, die is gekomen! Het is Jezus uit Nazareth!’
Maar wat zegt Nathanaël? Hij juicht niet met Filippus mee. Het enige dat hij zegt is dit: ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen?’ Nee toch! Deze Jezus kan het niet zijn, moet Hij mijn Redder zijn, is Hij degene naar wie ik verlang? Als je Redder van de wereld wilt zijn, moet je toch wel minimaal koning zijn! Of heel sterk. Maar uit Nazareth? Nee! Dit kan hem niet zijn…
Nathanaël heeft een vooroordeel. ‘Uit Nazareth zeg je? Nee! Daar kan niks goeds uit komen!’ Wat doet Filippus? Een groot betoog houden waarom Jezus toch echt wel de beloofde Messias is van God? Dat Jezus echt degene is die Nathanaël gelukkig kan maken? Hij zegt alleen: ‘Kom en zie!’ Kom maar eens kijken wie Jezus is!
Volgens mij werkt het bij jou en mij net zo. Wij verlangen ook naar een Redder. Iemand die je troost als je verdriet hebt. Die je bijstaat als je pijn hebt. Wij zoeken naar iemand die ons gelukkig kan maken. Iemand die je helpt bij je problemen op school. Wij zoeken een Verlosser, een Redder, Iemand bij wie wij mogen schuilen. Net als Nathanaël en Filippus. Maar is Jezus die Redder? Wij hebben vaak net als Nathanaël ook een vooroordeel tegen Jezus… Moet Hij mij helpen? Die timmerman uit Nazareth? Pff, Hij is geen professor, koning of president, wat kan Hij nou te zeggen hebben? Ziekte, pijn en verdriet? Nee, Hij moet dat wel eerst allemaal weghalen hoor. Anders dan is Hij niet echt. Moet ik horen bij Jezus? En dan naar de kerk? Dat is toch alleen maar regeltjes en wetjes? Dan mag je toch niks? Saaie mensen die Christenen! Daar wil ik niet bij horen hoor! Een man aan een kruis? Een grote verliezer? Nee, als Hij echt God was, dan had Hij wel meer gepresteerd dan dit. En Iemand die mij kent zoals ik ben? Die weet wat er in mij omgaat? Dat is niet mogelijk! Zo iemand kan nooit van mij houden! Nee hoor, dit is niet de grote Verlosser, die had er heel anders uitgezien!
Dan klinken hier die woorden van Filippus: kom en zie! En als je naar Jezus toegaat, dan gaat je hetzelfde overkomen als Nathanaël. Lees maar eens in de verzen 47-49. Jezus zegt tegen hem: ‘Ik heb je al zien aankomen! Ik weet wat je bezig houdt. Je bent een ware Israëliet, iemand die zat onder de vijgenboom’. Een ware Israëliet, vijgenboom? Onder de vijgenboom zaten de Joodse mensen vroeger te bidden. Te bidden om een Redder. Jezus kent Nathanaël dus! Hij weet waar Nathanaël naar verlangt! En daar is Nathanaël zo verbaasd over, hij roept het uit: ‘U bent de Koning van Israël!’ Nathanaël is zo verbaasd dat Jezus weet wat er in hem omgaat, Jezus kan niemand anders zijn dan God zelf!
Als jij en ik naar Jezus gaan, dan gebeurt ons hetzelfde. Als je gaat bidden, als je gaat Bijbellezen, ga je het merken: Jezus kent me. Hij weet wat er in mij omgaat. Jezus weet waar ik naar verlang, waar ik van droom. Maar ook waar ik mee zit. Wat voor mooie dingen ik heb gedaan, maar ook de minder mooie dingen. En ondanks dat Jezus jou en mij helemaal kent, blijft Hij van ons houden. Hij wil ons zelfs helpen. Al je pijn, al je verdriet, al je verlangens: daarmee wil Hij aan de slag. Hij wil je gelukkig maken.
Jezus belooft zelfs nog meer. Grotere dingen zullen we zien! Lees maar in vers 50-51. Wat zijn die grotere dingen? Eeuwig leven. Als je in Jezus gelooft, kent Hij je niet alleen, ziet Hij je niet alleen al aankomen, maar wil Hij jou ook eeuwig leven geven. Zelfs ondanks dat Hij alles van je weet, wil Jezus niets liever dan dat jij eeuwig met Hem leeft straks.
Kom naar deze Jezus toe. Laat al je vooroordelen maar voor wat ze zijn. Kan uit Nazareth iets goeds komen? Ja! Daar kwam de Redder van de wereld, de Redder van jou en mij: Hij die jou en mij geheel kent en ondanks dat het eeuwige leven wil geven. ‘Kom en zie!’
Bram Hofland