Een ontzettend rijke man liep eens over zijn landgoed. Onderweg kwam hij een reiziger tegen, die er wat armoedig uit zag. Deze reiziger sprak de landheer aan en vroeg: “Van wie is toch dat grote landhuis, dat een paar kilometer verderop ligt?” “Dat is van mij,” antwoordde de rijke man. “En,” voegde hij er vol trots aan toe, “niet alleen dat landgoed is mijn eigendom. Ook alle huizen hier in de omgeving zijn van mij.”
De armoedige reiziger was even stil. Toen strekte hij zijn arm uit en wees naar de hemel. “En wat bezit u daarboven,” vroeg hij aan de landheer. “Daarboven?” zei die. “Ik denk niet dat ik daarboven iets bezit. “Dan ben ik rijker dan u,” antwoordde de reiziger, waarna hij zijn weg vervolgde.