Tijdens een huisbezoek was hij op zoek gegaan naar herkenningspunten voor stille armoede. Hij ontdekte een lege lectuur/ krantenmand, een loszittend en 'rammelend' gebit, een brilsterkte die al jaren niet gecontroleerd was, een inrichting van twintig jaar terug, een piepje in het geluid van de wasmachine, een gaatje in de trui van de gastheer. Dat onderzoek kostte hem twee minuten. Ook bleek er weinig tot geen bezoek te komen. De kinderen woonden ver weg. Zijn voorgevoel bleek te kloppen. Voorzichtig stipte hij het probleem aan.
Werk aan de winkel dus. In de praktijk is er nooit sprake van alleen maar armoede. Er komen altijd zaken bij zoals schulden, ziekte, rouw en verdriet, en werkloosheid. Dan komen herkenningspunten van pas waardoor je een bevestiging krijgt van je vermoedens van armoede. Zo’n herkenningspunt kan tevens een handvat zijn om het gesprek aan te gaan en de helpende hand te bieden. Soms kan geldnood snel gesignaleerd worden, zoals in het bovenstaande praktijkvoorbeeld. Vaak moet er eerst een vorm van relatie ontstaan voordat dieper doorgevraagd kan worden.
Wat kan helpen is een overzicht te maken van punten waar je onopvallend op wilt letten tijdens een bezoek. Hieronder een willekeurige opsomming van een aantal mogelijkheden.
Herkenningspunten
Ben je geaccepteerd bij de Voedselbank dan heb je minder dan vijftig euro per week te besteden voor alle kosten van levensonderhoud, dus eten, kleding, verzorging, huishouden en vervoer. Vaak heb je dan ook recht op subsidies en kwijtscheldingen.
Vlees en fruit en verse groente eten is een uitzondering. Een maaltijd overslaan komt regelmatig voor.
Kleding is gedateerd en vaak tweedehands. Het huis ziet er onverzorgd en rommelig uit.
Kinderen gaan niet naar een sportclub, zijn opeens ziek vlak voor een schoolreisje, kunnen niet naar een verjaardagspartijtje, slaan de eigen verjaardag maar stilletjes over, hebben een te kleine fiets.
Kopen bij postorderbedrijven op afbetaling. Schulden die oplopen bij meerdere postorderbedrijven. Stapels rekeningen. Ongeopende brieven.
Zich isoleren van de buitenwereld en zich onttrekken aan activiteiten. Schaamte.
Niet met geld en budgettering om kunnen gaan.
Nooit ergens uit eten gaan, niet op vakantie. Niet zomaar eens iets lekkers in huis halen, of met de kinderen iets leuks doen. Nooit naar een pretpark. Gevolg van armoede kan depressiviteit zijn.
Weinig en ongezond eten kan lijden tot gezondheidsklachten. Scheiding brengt vaak financiële zorg bij een of beide partners.
Ziekte kan leiden tot hoge kosten.
Werkloosheid geeft lagere inkomsten, terwijl de vaste lasten gewoon doorlopen.
Het uitgavenpatroon moet bijgesteld worden.
Negativisme en minderwaardigheidsgevoel. Soms gevoed door het voortdurend aankloppen bij overheidsinstanties.
Armoede zet je sociale leven op de kop. Schulden hebben wil nog niet zeggen dat je schuld hebt. Schulden hebben wil wel zeggen dat je hulp kunt gebruiken.
Voor de hulpverlener is het van groot belang de hulpvrager in zijn waarde te laten. Oordelen is niet onze taak. Luisteren en begeleiden des te meer.
Door alert te zijn kun je veel ontdekken en behulpzaam zijn. Je wordt er een gelukkig mens van.
Art van der Molen, Bierum