Op de man spelen
Een nieuwe gewoonte lijkt landbreed door te breken: op de man spelen. De rellen bij Hoek van Holland zijn daar een extreem voorbeeld van. De speciale agenten die hooligans in de hand moeten houden, waren bij de laatsten met naam en toenaam bekend. Dat hebben ze geweten! Het laatste redmiddel om hun vege lijf te redden was het trekken van pistolen. Met fatale gevolgen. Het bleek ook tijdens de Algemene Beschouwingen. De Minister-president werd onophoudelijk persoonlijk aangevallen. De verwijten aan zijn persoon waren niet van de lucht. Nu zal het waar zijn dat hij zijn dag niet had, zoals hij later verklaarde, maar dat laat onverlet dat Kamerleden in woord en bejegening zich respectloos opstelden en oordeelden. Er heerste een sfeer van woede en agressie, die papieren vorm kreeg in een motie van wantrouwen. Dat laatste zal wel wettig zijn en reglementair kunnen, maar het openbaart een haatdragende houding en een spelen met onheilig vuur. Alles werd geoorloofd geacht om maar te scoren voor eigen gelijk of eigen populariteit. Inhoudelijk, zo was ieders oordeel, was het een weinig diepgaand of verheffend debat. Er werd meer gelet op de poppetjes dan op het spel. Het politieke ambacht dolf het onderspit op enkele uitzonderingen na. Zoals vaker vormde Bas van der Vlies een welkome uitzondering. Inhoudelijk en waardig voerde hij het debat.