Laatst las ik een rouwadvertentie met onderaan de volgende zin: 'Laat de bloemen maar leven.' 

Lang geleden hoorde ik een dominee aan de kinderen een vraag stellen. Hij wees op de vaas met bloemen die voorin de kerk op de tafel stond en vroeg: Leven deze bloemen?

Het was even stil, wat een vreemde vraag. Natuurlijk leven ze. Je ziet toch hoe mooi ze zijn. Ze bloeien volop. Inderdaad, ze zien er mooi uit, maar hoe zien ze er over drie weken uit? Ja, dan zijn ze natuurlijk uitgebloeid en dood. Dat laatste klopt, alleen… ze zijn nu al dood. Toen ze op het veld stonden of in de kas groeiden, leefden ze volop. Dat kon omdat ze nog niet geplukt waren. Ze zaten nog vast aan de plant en die stond weer met zijn wortels in de voedende aarde. Zo kon alles groeien en bloeien. Wanneer je die wortelkluit hier op tafel zou leggen, zou iedereen zeggen: Bah wat vies, doe maar gauw weg. Maar, door die vieze lelijke wortelkluit kon er een grote plant groeien met een sterke stam waaraan prachtige bloemen groeiden.

Polderblindheid, weet u wat dat is? Ik had er nooit van gehoord. Totdat mijn jongste zusje vertelde van een aanrijding die ze had gehad. Met een fietser die leed aan polderblindheid. Hij was zo gericht geweest op wat er aan de horizon gebeurde dat hij niet lette op wat dichtbij was. En zo was hij domweg tegen de auto van mijn zusje gereden.

Toen ik op de middelbare school in Groningen zat, fietste ik elke dag vanaf Ten Boer daarheen. Zestien kilometer heen en zestien terug. Meestal met een groep lotgenoten, soms alleen. Natuurlijk zonder regenpak, en ’s winters geen handschoenen, dat vonden wij niet nodig. Onderweg beleefden we van alles. Mooie dingen, en minder mooie dingen.

Een kerkdienst kent diverse momenten: bidden, zingen, je geloof belijden, lezen uit de Bijbel, collecteren, zegen en groet, het luisteren naar de geboden of leefregels van onze God en …–  voor velen het belangrijkste –: de Woordverkondiging, of kortweg gezegd: de preek.

 

Bijna elke predikant maakt in de week voorafgaande aan de zondag één of twee preken. Als regel ’s ochtends naar aanleiding van een tekst uit de Bijbel en ’s middags uit de catechismus of één van de andere belijdenis geschriften. Al merk je steeds vaker dat dit laatste niet meer zo vanzelfsprekend is vanwege al die bijzondere diensten. Maar dat even terzijde.

Als de predikant op de preekstoel staat ziet hij een grote diversiteit van mensen voor zich. Kinderen, jongeren, ouderen, jongens en meisjes, mannen en vrouwen in afwachting van wat de Heere in de preek te zeggen heeft door middel van de predikant die zich er zo goed mogelijk op voorbereidt. Maar hoe houd je de aandacht er bij? Wanneer de preek gehouden wordt naar aanleiding van een geschiedenis uit het Oude Testament of een van de reizen van Paulus kan de aandacht van velen  gemakkelijker worden vastgehouden dan wanneer het een moeilijker gedeelte is uit bijvoorbeeld de brief aan de Hebreeën.  

Zorgen voor de kudde, vanuit de zorg die de Here Jezus Zélf voor zijn schapen heeft - zo vatte ik in het vorige artikel de taak van ambtsdragers in de gemeente samen. Op die herderlijke zorg wil ik in dit tweede artikel nog wat verder ingaan.

 

Ik zei al, met name de ouderlingen worden in het Nieuwe Testament zo genoemd, ‘herders’. Het woord dat in het Grieks voor de ouderling gebruikt wordt, is: episkopos, en dat betekent: opziener. Hoewel dat woord in allerlei verbanden gebruikt kan worden (voor een opziener in de bouw bijvoorbeeld, of een bewaker in de gevangenis, of een opvoedkundige), is er wanneer het woord in het Nieuwe Testament gebruikt wordt steeds aan één specifieke vorm van opzicht gedacht: het opzicht dat een herder houdt over de kudde (vgl. 1 Pet.5,1-7). 

Heeft u en heb jij dat ook wel eens? Dat je in de kerk jezelf met sommige mensen verlegen voelt? Je hebt er gewoon vooral last van. Het is natuurlijk vervelend om te zeggen maar zonder hem of haar (of hen!) zou het – volgens u/ jou - gewoon makkelijker, fijner of zo iets dergelijks zijn. Ergens weet je natuurlijk wel dat je zo niet hoort te denken maar het overkomt je gewoon. Dat je jezelf met sommige mensen opgedrongen voelt. Daar zijn soms wel praktische oplossingen voor. Je gaat bijvoorbeeld gewoon een eindje bij ze uit de buurt zitten. (Eén bank verderop kan al flink schelen). Je ontloopt ze bij andere activiteiten. En je gaat zeker niet met ze in dezelfde commissie zitten. Daar ben je gelukkig allemaal helemaal vrij in.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...