Avondmaalsviering (1)
‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.’
1 Korinthe 11, 24
‘Hoe vaak vier je het avondmaal?’ Dat is de honderdste en laatste vraag van de Gewone Catechismus. Het antwoord luidt: ‘Zo vaak als wij het nodig hebben om de verwachting van Jezus’ komst te voeden.’ In dit antwoord vallen mij twee dingen op. Het gaat in dit antwoord over de noodzaak van het vieren van het avondmaal. Het vieren van het avondmaal heeft niet allereerst te maken met onze persoonlijke voorkeuren, maar het is een noodzaak om het geloof te voeden. Daarnaast gaat het in dit antwoord niet over getallen. Er wordt geen minimum gegeven van vier, vijf of zes keer per jaar, maar er klinkt juist een onbeperktheid in door. Het kan niet vaak genoeg gevierd worden.