Zending gebeurt door mensen die door de kerk worden gezonden
In de geschiedenis van de zending is Handelingen 13 belangrijk. Natuurlijk, Handelingen 2 – de uitstorting van de Heilige Geest en het getuigenis dat daarna gegeven wordt door de leerlingen – en Handelingen 8 – de zendingsactiviteit van Filippus in Samaria en langs de weg naar Gaza – zijn ook belangrijk.
Maar in Handelingen 13 wordt de christelijke gemeente heel nadrukkelijk betrokken bij het zendingswerk. Tijdens een tijd van vasten en bidden maakt de Heilige Geest duidelijk aan de gemeente dat ze twee van hun beste werkers moeten afstaan om bij de heidenen te gaan verkondigen dat Jezus de Christus is en dat er in Hem heil en redding is.