Van straatjoch tot politieagent
Een Nederlandse jongen met Iraanse roots. Een baldadige jongen, in zijn puberjaren. Wat heet baldadig; ronduit tegendraads was hij, vertelt Darius. Ruzie maken, kleine vernielingen, het ging van kwaad tot erger. Des te verrassender dat hij nu bij de politie werkt. “Als je me dat destijds voorspeld had, had ik je voor gek verklaard”, grinnikt Darius. En wáár hij werkt? In Ter Apel, op het aanmeldcentrum waar hij zelf ook ooit verbleef.
Zes jaar oud was hij, toen in Ter Apel. Nu is hij dertig. Trots toont hij de foto van zijn eerste kind. Een meisje. Een fijn gezin, een mooie baan als agent; wie had dat gedacht toen hij als puber in een Groningse stadswijk steeds de confrontatie zocht met de politie? Hij zelf niet, zijn moeder ook niet. “Ze is vreselijk bezorgd geweest om mij. Ze kon me niet in het gareel houden.” Hij schudt zijn hoofd. “Maar ze heeft me nooit losgelaten. Ik heb alles aan haar te danken. Alles.”