De opening van het Holocaustmuseum is niet ongemerkt voorbijgegaan en ook niet zonder pijn. ‘Kankerjoden’ werd er door de demonstranten geroepen. Onlangs was ik in het museum.

 

Met ontzetting staan we allebei te staren naar een foto uit kamp Bergen Belsem. Het kamp is net bevrijd, maar wat stierven er nog veel mensen. Langs een onverhard pad liggen rijen lijken. Uitgemergelde lichamen. Sommigen naakt, anderen met alleen een gescheurd hemd aan. Een jongetje van een jaar of acht loopt er langs. ‘Onvoorstelbaar’ zegt de man die naast mij staat. Een Joodse veertiger met een keppeltje op. Ik beaam het en zeg dat hoe meer ik lees en hoor over de holocaust, hoe groter het raadsel wordt. Zonder me aan te kijken zegt hij: ‘Heb jij gisteren naar de Joodse Raad gekeken?’ (de dramaserie over de Joodse Raad die deze weken door de EO wordt uitgezonden). Ik zeg hem dat ik niet gekeken heb omdat ik het even niet aankan. ‘Ik kan het begrijpen’, antwoordt hij, ‘ik heb het half uitgekeken, ik probeer het van me af te houden’. En toch staan we daar allebei. Waarom? Omdat vergeten nog veel erger is.

 

Wij hebben Pasen gevierd in een wereld die in brand staat. Het ontgaat niemand, wat voor ellende en lijden er allemaal is vandaag de dag. Lees de krant, zet de televisie aan, bekijk de nieuws-sites op internet en het stroomt allemaal binnen. En je hoort -bijna- de gedachten die in heel veel hoofden opkomen en rondgaan: hoelang zal dit nog duren? Waar loopt dit op uit? Is dit de eindtijd?

In dit artikel belicht ik een diep Bijbels gegeven als het om deze dingen gaat.

 

Namens de roepende kerk van Hoogeveen verzorgt ds. J.W. Moolhuizen de opening. Er wordt gelezen uit Jesaja 43:16 en Johannes 14:3-4. Nadat ds. Moolhuizen is voorgegaan in gebed, zingen we uit Psalm 25.

Nadat de lastbrieven zijn onderzocht, neemt het moderamen plaats (preses: ds. A.A.L. Aalderink, scriba: ds. J.R. Bulten en assessor: ds. A.C. van der Wekken).

In een van de laatste jaren van mijn middelbare schooltijd was er op mijn school een avond waar twee overlevenden van de Tweede Wereldoorlog spraken. Floris Bakels en dominee Poort. Die avond heeft een onuitwisbare indruk bij me achtergelaten. Van Floris Bakels had ik toen net zijn boek ‘Nacht und Nebel’ gelezen. Ik was diep geschokt over de gruwelijkheden waarover hij vertelde. Op die avond op school vond ik het ongelooflijk indrukwekkend om te merken dat hij geen bittere man was geworden. Alles wat hij vertelde was er op gericht dat hij met ons wilde delen dat dit nooit meer mocht gebeuren. Meerder keren herhaalde hij die avond de zinnen die op verschillende plekken bij monumenten staan: ‘Nooit meer, nie wieder, plus jamais’.

Psalm 72  en een paradijselijke oase

In het Nieuwe Testament lezen we een aantal benamingen of typeringen van de kerk, de christelijke gemeente.

Paulus heeft het over ‘het huisgezin van God’ en ‘het volk van God’ of ‘Gods bouwwerk’. Petrus noemt het ‘Gods kudde’.

In de lijn van Psalm 72 noem ik de kerk ‘de paradijselijke oase’, een dubbele benaming voor dezelfde situatie zal later op de nieuwe aarde blijken, maar nu helaas nog niet. Er is werk te doen.

 

Commentaar

  • Voorjaar 2025-04-12 09:38:55

    Het kan niemand ontgaan zijn, het voorjaar hangt in de lucht. Heerlijk om weer even in het...

  • Veertig dagen Paaspodcast en Spotify 2025-03-28 18:37:35

    Nog een paar weken en dan vieren we opnieuw het Paasfeest. Dat betekent dat we voor wat betreft...

  • Asjera’s terugkeer 2025-03-15 08:38:30

    De profetische uitspraak: ‘Het is God of de afgoden,’ van de christenfilosoof prof. dr. ir. H. van...

  • Vergeving 2025-03-01 08:23:23

    Als ik vanuit mijn studeerkamer naar buiten kijk, zie ik een witte wereld. Begin februari viel er...