Dit jaar herdenken wij dat Nederland vijfenzeventig jaar geleden werd bevrijd van de macht van Nazi-Duitsland. Nog steeds zijn er onder ons die de oorlog hebben meegemaakt. De komende maanden vertellen zij ons hun verhaal. Opdat wij niet vergeten .. Deze week het tweede deel van het verhaal van dr. en mevrouw Brienen.

 

 

Bevrijding van ons geboortedorp (2)

Zo werd het 5 mei 1945. We hoorden al vroeg het bericht, dat Duitsland had gecapituleerd.

 

Meester Bouma, onderwijzer aan de Hervormde School, was één van de eersten, die de rood-wit-blauwe vlag wilde gaan uitsteken aan zijn huis tegenover de school. Toen hij daarmee bezig was, kwam er een SS'er – Werkendam zat nog vol met Duitse militairen - aanlopen en verbood hem deze vlag op te hangen. Hij richtte zijn pistool op het hart van Bouma, die niets anders kon dan de vlag oprollen en inhalen.

 

Tommies

Mijn vader werd op de hoogte gesteld, dat Nederland bevrijd was en dat er twee Tommies – zo noemden we de geallieerden – op weg waren naar ons dorp. Mijn vader spoedde zich met heel wat inwoners naar de zuidgrens van Werkendam om de Tommies op te halen. Zo gebeurde het, dat de bevrijding ons dorp binnenkwam.

Mijn vader ging met de twee bevrijders naar het gemeentehuis en vanaf de trappen van het gemeentehuis kondigde hij te midden van de twee Tommies de capitulatie van de Duitsers af. We zongen met elkaar het Wilhelmus en toen ging het naar het hoofdkantoor van de Duitsers: mijn vader geflankeerd door de Tommies. Zo liepen we door de Hoofdstraat tot we kwamen aan het plein met de brug over het kanaal, dat midden door ons dorp liep.

Plotseling kwam er uit tegenovergestelde richting een SS'er op de fiets aanrijden. Hij wierp zijn fiets tegen de leuning van de brug, greep een handgranaat, ontgrendelde die en stond op het punt deze in de grote oploop van Werkendammers te gooien. Hoe snel het ging, is niet meer te achterhalen, doch een van de Tommies rende naar die Duitser en griste de handgranaat uit zijn hand en wierp die in het kanaal, dat midden door ons dorp stroomde. Daar barstte deze uiteen en zorgde voor grote waterstralen, die op het plein en de omringende huizen neerkwamen. Gelukkig werd er geen mens geraakt of verwond. Je moest er niet aan denken, dat de granaat in de toegestroomde menigte Werkendammers was neergekomen.

De Tommies arresteerden de Duitse militair, ontwapenden hem en namen hem verder mee naar het kantoor van de Ortskommandant .

Daar aangekomen heeft de Kommandant zich aan mijn vader en de Tommies overgegeven. In de komende dagen zijn alle Duitse militairen uit het Land van Heusden en Altena vertrokken.

 

Bevrijdingsfeest

Nu kon het feest van de bevrijding recht beginnen. De mensen kwamen uit hun huizen, de onderduikers uit hun schuilplaats en jong en oud verzamelde zich op de Hoofdstraat. Er werd gedanst en er werden veel vaderlandse liederen gezongen. De vlaggen versierden ons dorp.

Er werd ook direct begonnen het puin van de opgeblazen kerken en de molen te verwijderen en alles te herstellen.

Na twee of drie dagen werd er een samenkomst van leden van alle kerken georganiseerd. In de grootste boerenschuur kwamen we samen. De drie predikanten, Van Wieringen, hervormd, Jonker, gereformeerd, en M. Overduin, christelijk-gereformeerd, voerden er het woord. Deze drie predikanten hadden zich kort tevoren als gijzelaars gemeld bij de Duitsers, toen deze om het doden van een aantal Duitsers in de Biesbosch door leden van de BB-dienst, een tiental  Werkendammers zouden oppakken en fusilleren. De predikanten echter werden na enkele dagen wondervol vrijgelaten. Zo konden ze op de herdenkingsbijeenkomst spreken.

Van Wieringen was een heel vlotte spreker, Jonker een geleerde theoloog, maar Overduin won het toch van de drie. Hij was vroeger slager geweest, had zich innerlijk geroepen gevoeld tot de dienst van het Woord en was voorganger  geworden in de Oud Gereformeerde Kerk te Utrecht en later te Dordrecht. Na enige jaren was hij christelijk gereformeerd geworden en als predikant in Werkendam beroepen en bevestigd. Het was niet zo'n sterke prediker, maar op de bevrijdingsdag won hij het van de drie: hier bleek hij als een echte 'Overduin' bijzondere gaven te bezitten. Wij als christelijk-gereformeerden waren maar wat trots daarop; hij had het hart van de Werkendammers deze dag veroverd. Zo kreeg de bevrijding nog een positief effect voor ons als christelijk-gereformeerden!

 

T. Brienen, Hoogeveen

Kasper Haar, geboren in 1954, woont sinds zijn achtste jaar in Kampen. Vanaf die tijd maakt hij daar ook deel uit van de christelijke gereformeerde kerkelijke gemeenschap. Hij houdt van muziek en van zingen en is een verwoed verzamelaar.

 

Als ik in een jaren-tachtig-wijk in Kampen het huis van verzamelaar Kasper Haar binnenstap, weet ik het gelijk: het gaat hier om een serieus geval. De kleine hal staat vol met dozen. Goed, we kunnen ons een weg banen, maar dat is het dan ook. En ook in de kamer waar we vervolgens belanden is weinig 'overige' ruimte. Er staat een mooi groot elektronisch orgel, twee klavieren met pedaal en een modern keyboard. Muziek hoort er bij. Zingen trouwens ook. In het raamkozijn staat een serie automodellen. Groot van formaat en niet van nu.

In het Boek der Psalmen hebben we een collectie van 150 liederen gekregen voor persoonlijk en liturgisch gebruik. Echter, de manier waarop wij in de praktijk vaak met die collectie omgaan roept vragen op. Er valt nog wel wat te leren van andere tijden en tradities.

 

We zijn in onze gereformeerde traditie gewend geraakt aan het zingen van ‘versjes’. Psalm 89 vers 3, 7 en 8, staat er dan op het psalmbord. Of Psalm 25 vers 2 en 6. Hoe mooi en dierbaar die losse strofen ook zijn, we kunnen daardoor gemakkelijk de boodschap van de gehele psalm uit het oog verliezen. Dat Psalm 89 samen met Psalm 88 het dieptepunt van het Boek der Psalmen vormt, wordt niet duidelijk als je Psalm 88 nooit zingt en van Psalm 89 alleen de mooie ‘versjes’ gebruikt. En dat Psalm 25 in het Hebreeuws een prachtig acrostichon is, krijg je niet mee als je slechts een paar strofen kent.

We kennen C.S. Lewis, roepnaam Jack, als de schrijver van onder meer de Narnia-boeken, over het verborgen land achter de kleerkast en de Leeuw Aslan. Hij trouwde op latere leeftijd met Joy Davidman. Wie was deze Joy? Patti Callahan ging op zoek en schreef er een roman over. Geen biografie, maar historische fictie. Veel dingen zijn waar gebeurd, maar de gesprekken en de brieven zijn fictief. Er is wel een uitgebreide briefwisseling tussen Jack Lewis en Joy Davidman geweest, maar die brieven zijn helaas verloren gegaan.

Het Boek der Psalmen vormt één groot bouwwerk. Het is daarom goed deze collectie liederen als geheel te benaderen en in haar geheel te gebruiken. Maar zijn alle psalmen even bruikbaar voor een christen anno 2020?

 

Wie door het Boek der Psalmen bladert, komt een breed palet aan liederen tegen. Van uiterst korte psalmen (Ps.117; 133; 134) tot langgerekte liederen (Ps.119; 78). Van psalmen die worden aangeduid als ‘psalm’, ‘lied’, ‘onderwijzing’, ‘gouden kleinood’ of ‘bedevaartslied’, tot liederen die zonder opschrift met de deur in huis vallen.

Commentaar

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...

  • Horrorgezinnen 2024-08-31 08:28:17

    Wat een pijnlijke vertoning op de onlangs gehouden democratische conventie in Chicago. Niet ver...