Mijn vrouw en ik lezen al verschillende jaren ’s morgens na het ontbijt een gedeelte uit de Bijbel aan de hand van een dagboekje. Daarbij grijpen we af en toe terug naar dagboekjes die we al heel wat jaren in de kast hebben staan. Daar zijn er bij die we zodoende al een paar keer doorgelezen hebben, en die we toch nog steeds weer pakken: omdat ze ons op een aansprekende manier door de Bijbel heen gidsen. Gidsen – ja, dat zijn het op een bepaalde manier. Dagboekjes helpen ons om door de Schriften heen te gaan. Ze nemen je bij de hand en wijzen dingen aan: kijk, dit staat er. Dit zegt het Woord in dit Bijbelgedeelte. Ook vandaag. Ook tegen u, tegen jou.
Zo lezen wij samen de Bijbel, mijn vrouw en ik. Elke morgen na het ontbijt. En tegen het eind van het jaar, als het dagboekje dat we gebruiken bijna uit is, is er de vraag: welk boekje nemen we hierna …, want we merken dat het helpt, zo’n dagboekje.
Overigens, we zingen ook samen, elke morgen, met z’n tweeën. Dat hebben we ‘afgekeken’ van vrienden in Duitsland, en we hebben het ook opgepakt. Het lied dat we elke morgen zingen is de vertaling van dat Duitse lied (als u het wilt weten: het is te vinden in «cursief» Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, 2013, «einde cursief» lied 212). Dat lezen en zingen bevalt goed. Het geeft, of beter: je ontvangt daardoor een goede start van de dag. Beginnen met de Here God. Wat geeft dat veel! Want, wat geeft Hij veel!