Boekbespreking: De onwillige profeet
De manier waarop Tim Keller de Bijbel uitlegt blijft aanspreken. Dat is ook weer het geval met het boek over Jona dat nu voor me ligt. Je proeft erin dat hij er echt mee bezig is geweest. Hij vertelt zelfs dat hij er drie keer een serie preken over heeft gehouden, waarbij telkens weer de context van het publiek waarvoor hij de preken hield van belang was. Die eigen context van de ‘hoorders’ was telkens verschillend maar betekende op geen enkele manier dat de tekst van het boek Jona hen niet heel sterk aansprak. Dat is het geval omdat het boek de lezer duidelijk confronteert met een aantal wezenlijke vragen, die – niet alleen – samenhangen met de vraag of wat er beschreven wordt echt gebeurd is. Keller stelt daarbij dat het dan ook niet de bedoeling is dat je je als lezer af laat leiden door die vraag van de veel diepere en confronterende betekenis van wat er vanuit het boek Jona naar voren komt. En die diepere betekenis raakt heel direct aan de genade van God. Dat is een boodschap die voor vandaag meteen uitermate actueel en betekenisvol is. Het gaat in dit boek over Gods liefde voor een samenleving die op zich niets heeft met God en geloven. Daarvan is Ninevé immers – bijna zou ik zeggen – een prototype. Maar God kijkt er anders naar dan Jona die het – eigenlijk – niet kan verkroppen dat God niet met de slechte mensen omgaat zoals dat naar zijn gedachte zou moeten gebeuren. Het zijn woorden die er voor mij uitsprongen, meteen al in de inleiding: ‘als de ware God – niet de namaakgod van Jona – steeds weer ten tonele verschijnt, wordt Jona woedend of wanhopig. Jona ontdekt dat de ware God een raadsel is, omdat hij de genade van God niet op één lijn kan krijgen met zijn rechtvaardigheid. Hoe, zo vraagt Jona zich af, kan God genade en vergeving betonen aan mensen die zoveel geweld en kwaad hebben verricht?’