De dood. Praat erover, niet eroverheen. Dat is de huidige slogan van Sire, de Stichting Ideële Reclame. Volgens Sire praat ruim 1 op de 3 mensen nooit over de dood. Terwijl het volgens hen juist waardevol is om samen bij de dood stil te staan, erover te praten en elkaar erbij te helpen. Het gesprek aangaan verbindt en verrijkt. Dat laatste hoop je, maar is niet vanzelfsprekend. Het is namelijk vooral belangrijk hoe je over de dood praat.
Het slechtnieuwsmoment
Op dat moment komt je wereld tot stilstand. Het begon veel eerder uiteraard. Je voelde iets in je lijf, iets dat anders was en er niet hoorde. Je kijkt het eerst even aan. Misschien gaat het vanzelf weer weg. Maar het gaat niet weg en jouw zorgen nemen toe. Toch maar de huisarts bellen, die verwijst door naar de specialist en na een hele serie onderzoeken komt eindelijk de zekerheid: een kwaadaardige tumor met uitzaaiingen. Vanaf dat moment ben je patiënt. En dat moment vergeet je nooit meer. Het verandert je leven: hoe je naar het leven kijkt, naar jezelf, naar de mensen om je heen, je werk, je plannen. Alles is opeens ingrijpend anders.
Het kost tijd om een slechtnieuwsbericht te verwerken. Het moet landen. Als de specialist je de koude douche meedeelt, kun je van schrik helemaal van de kaart zijn. Je ziet zijn mond nog wel bewegen, maar wat hij zegt dringt niet meer door. Ga dan ook niet alleen naar zo’n gesprek, maar neem iemand mee die jij vertrouwt. Twee horen meer dan een. En als de boodschap geland is komen de vragen: valt er iets aan te doen? Zo ja, waar is de behandeling dan op gericht? Kan ik weer beter worden, of is er alleen sprake van levensverlenging en vermindering van klachten?