Regelmatig krijg je bij het voorgaan in verschillende gemeenten de opmerking te horen: 'Dominee, wilt u in de preek ook aandacht geven aan de jeugd'. Een begrijpelijke vraag, immers onze jongeren horen ook bij de gemeente. Het is belangrijk dat ook de jongens en meisje in de kerk iets van de verkondigde boodschap zullen begrijpen. En dat die boodschap hun hart zal raken en hun leven richting zal geven om te gaan in het spoor van het Woord van God. Niet dat een predikant dit bewerkt. Dat is het werk van de Heilige Geest. Maar de Geest maakt wel gebruik van mensen die de Bijbel uitleggen en toepassen.
Nu is dat niet altijd even eenvoudig als het gaat om de jongeren. Denk maar aan het feit dat de gevarieerdheid onder hen wat hun leeftijd en bevattingsvermogen betreft groot is. Er zitten jonge kinderen, opgroeiende jongelui en bijna volwassenen in de kerk. Daarbij, de ene dominee heeft meer gaven om in een preek de jongeren aan te spreken dan de andere. En laten we ook niet vergeten dat niet elk Bijbelgedeelte voor iedereen direct duidelijk is te maken. Er is geestelijk leven en geestelijke groei nodig om de heilgeheimen in de Schrift te kunnen verstaan. En bijbelse begrippen en verbanden moeten doorzien worden. Moeten onze jongeren alles al kunnen begrijpen? Ik denk van niet. Precies als bij hun ontwikkeling naar volwassenheid onderwijs nodig is, zo is dat ook nodig bij de geloofsopvoeding.

Leefruimte kan levensbedreigend zijn. Wanneer wij het woord in het Duits vertalen, voelen we dat aan. Lebensraum. Was de wens om meer leefruimte niet de aanleiding of zeker het voorwendsel om de WO II te ontketenen? De drang naar leefruimte verdrong miljoenen uit hun huizen tot naar en over de grens van de dood heen. Mij valt op dat wij steeds meer leefruimte nodig hebben. Zelfs tijdens mijn vakantie op de camping. Vroeger stond met trots vermeld dat de plaatsen wel tot 100 m2 groot waren; nu is die 150 m2, uiteraard ook inclusief elektra en mogelijk zelfs een eigen toiletcabine. Wanneer er dan ook nog een negen meter lange caravan, inclusief een schakeling van voortenten en luifel, bij komt, dan moet dat ook wel. We nemen per persoon en dus samen meer ruimte in beslag. Door onze leefwijze.

Wie, zoals ik, zelden op vakantie gaat heeft inderdaad weinig vakantieverhalen te vertellen. Maar je bent daardoor wel in de gelegenheid om extra veel van dit soort verhalen (met de bijbehorende honderden foto?s) van anderen tot je te nemen. Wat me daarbij al vaak is opgevallen dat veel mensen in den vreemde dolgraag kerken aan de binnenkant willen bezichtigen. Hoe groter en pompeuzer, des te meer aantrekkingskracht ze lijken te hebben.
Deze aantrekkingskracht blijft overigens meestal wel beperkt tot doordeweekse dagen, want van vreemde vieringen moeten we doorgaans niet zo veel hebben.
Wat trekt mensen toch om zo?n kathedraal of basiliek binnen te gaan? Is het ?t slechte weer wat ons naar een droge plaats drijft? Is het de entreeprijs die meestal op nul komma nul is afgerond? Is het de belangstelling voor de kunst & kitsch die zo rijkelijk aanwezig is? De beelden, de gebrandschilderde ramen, het orgel, de kapelletjes of toch de brandende kaarsen?

De driejaarlijkse generale synode is weer van start gegaan. Er is een volle agenda, met onderwerpen die veel stof tot gesprek zullen geven. E?n van de redenen daarvoor is de grote verscheidenheid in de CGK. Veel kerkleden hebben het gevoel dat wat op een synodevergadering besproken en besloten wordt weinig of niets te maken heeft met hun eigen gemeente.
Ze doen maar, hoor ik daarom nogal eens over een synode zeggen. Dat begrijp ik, vooral als een synode besluiten neemt die naar je overtuiging voor de eigen gemeente of voor de kerken als geheel niet goed zijn. Toch is dit een wat eigenaardige reactie. Want de synode zijn wij.
Wij? Wij hebben niets met de synode. Die vergadering staat ver van ons af. Dat kan, maar dat ligt dan aan onszelf. Het ligt aan de manier waarop we tegen de synode aankijken. Want wij zijn de synode. Het is ?nze synode.

Bij het invulling geven aan de inhoud van het Kerkblad voor het Noorden viel tijdens de laatste redactievergadering de term: dat moet kunnen. De betreffende broeder bedoelde niet, dat het moest lukken om het artikel binnen een bepaalde termijn aangeleverd te hebben. Hij wilde daarmee echter uitdrukken, dat hoewel er best wel enige bedenkingen waren om het onderwerp te behandelen in ons kerkblad, het toch de moeite waard zou zijn de lezers er kennis van te laten nemen.
Het moet kunnen! Hoe vaak hoor je die term niet? Ik zal er een paar willekeurig voor u noteren:
- ?s nachts met de auto 100 km/uur rijden, waar 80 is toegestaan;
- wanneer het warm is een flesje water meenemen naar de kerk;
- een jurk kopen voor een prijs boven het vooraf vastgestelde budget;
- op zaterdagavond later thuiskomen dan was afgesproken;
- een ijsje kopen op zondag;
- een ?functionele? vloek in een spannend boek of leuke film;
- zo nu en dan een kinderlied zingen in de kerk.

Commentaar

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...

  • Rust 2025-05-10 07:24:12

    Een aantal (grote) bedrijven heeft er in de afgelopen jaren voor gekozen om een vierdaagse...

  • Bevrijding en vrede – wij gedenken 2025-04-25 08:13:45

    Dit nummer verschijnt kort voor de officiële dodenherdenking – met de kransleggingen op de Dam in...