Vijf jaar geleden ben ik gevraagd voor de redactie van het Kerkblad voor
het Noorden (KvhN). Na enige bedenktijd heb ik ja gezegd en ben toen
door de classis Leeuwarden benoemd. Vooraf had men mij verteld wat het
redactiewerk inhield: de vergaderingen bijwonen en meedenken over de
inhoud. En wilde je nog een keer wat schrijven, dan kon dat. Maar dat
was niet verplicht. Echter, op de tweede vergadering werd mij al
gevraagd of ik de taak van meditatievoorziener op mij wilde nemen. Dat
hield in dat ik er voor moest zorgen, dat er iedere week een meditatie
kwam in het KvhN, geschreven door een van onze predikanten uit het
noorden. En zo gebeurt het, dat alle predikanten uit het noorden door
mij worden benaderd om eens in de twee jaar een tweetal meditaties te
schrijven. Gelukkig werken ze bijna allemaal spontaan mee. Daar ben ik
blij om. Want wat is er nu mooier dan de lezers iets te vertellen over
de schatten van het Evangelie. Je kunt wel zeggen, dat je daar nooit
over uit geschreven raakt.
Lees meer: Meditatievoorziening
Op bijna alles wordt tegenwoordig het woordje ‘duurzaam’ geplakt. Op
stroom, op eieren en brood, op happenings met een stroom leverende
dansvloer. En nu ook op de chocoladeletters van Sint in je schoen. Onder
druk van Oxfam/Novib zijn winkeliers en fabrikanten voor 95% overgegaan
op ‘goede’ letters. Dat wil zeggen, letters gemaakt van cacaobonen die
duurzaam zijn geteeld en verhandeld. 5 % zijn nog ‘foute’ letters, met
name van Droste. Droste moet je dus niet doen in je schoen, zo predikt
ons Oxfam/Novib. En om nu met een schuldgevoel aan een foute Sint-letter
te knabbelen, dat bederft ook de pret. Kweekt uiteindelijk al dat
gedram op duurzaam geen hedonistische heiligen die naar het schijnt geen
vuile handen maken?
We worden verleid door reclamespots en miljoenen subsidies om te kiezen
voor de elektrische auto en de groene stroom, onder andere windenergie.
Lees meer: Chocolade eten zonder vuile handen?
De Nederlandse vrouwen die zich vol- of deeltijds wijden aan de
opvoeding en verzorging van haar gezin en kinderen, zijn volgens
schrijfster Elma Drayer ‘verwende prinsesjes’. De kritiek van Drayer
richt zich vooral op de 3 miljoen vrouwen die niet economisch
zelfstandig zijn. Die een uitkering hebben, in de bijstand zitten, hun
man het werk laten doen, die de samenleving met andere woorden veel geld
kosten. Gewerkt moet er worden! Want pas als je economisch zelfstandig
bent, tel je mee.
Ze verduidelijkte haar mening nog eens in het tv-programma Pauw en
Witteman. Zij vindt dat de Nederlandse vrouwen en in het bijzonder de
moeders geen verantwoordelijkheid nemen in de maatschappij. Ze leunen
als het ware op de gemeenschap en dat is misbruik maken van
gemeenschapsgelden en het ontduiken van verantwoordelijkheden.
Bij het googelen van de naam Elma Drayer, kun je ook uitgebreid lezen
wat ze er verder nog van vindt. Haar benadering van de moeders en
kinderen vind ik kleinerend. Ja, het is waar dat vrouwen nu niet meer
zoveel tijd steken in het huishouden. Het is ook waar dat kinderen heus
wel tegen een stootje kunnen. Maar het is ook waar dat moeders buiten
het huishouden nog wel iets anders te doen hebben en dat er ook kinderen
zijn die niet zo perfect zijn als zij beweert.
Lees meer: Verwende prinsesjes
Maandag 8 november jl. tijdens de diaconie vergadering werd een
presentatie verzorgd door Harry van Wieren, coördinator bij de stichting
Present Groningen en Smallingerland.
We hebben allemaal wel eens gehoord van deze stichting, maar het leek
ons goed om de diakenen goed te informeren over het hoe en waarom van
Present, zodat we daar ook ons voordeel mee kunnen doen.
Stichting Present heeft als missie het slaan van een brug tussen mensen
die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen kunnen worden.
Het leggen van de verbinding tussen deze twee groepen: makelaar in
sociale betrokkenheid. Met als visie dat er een beweging op gang komt in
de samenleving waarbij meer mensen het vanzelfsprekend vinden om naar
elkaar om te zien.
Dat sluit natuurlijk perfect aan bij de diaconale opdracht die gemeenten
hebben om in de barmhartigheid van Jezus Christus naar onze naaste om
te zien. De Bijbelse onderbouwing van Present is dan ook, onder andere,
gestoeld op Mattheus 25.
Lees meer: Present voor de naaste
Het is alweer een aantal jaren geleden dat ik in een commentaar
kritische opmerkingen maakte over een reclameboodschap van het
Humanistisch Verbond. Het is belangrijk zich in het gedachtegoed van
deze beweging te blijven verdiepen omdat daarin tot uitdrukking wordt
gebracht wat er in brede lagen van ons volk aan opvattingen leeft met
name op het terrein van leven en dood. Opvattingen die te maken hebben
met vragen als: van wie is ons leven, hoe gaan we met het inrichten van
ons leven om, wat is de zin en het doel van ons bestaan? Met daarmee
direct verbonden de kwestie: is het met de dood definitief afgelopen of
begint het dan pas goed?
De humanisten hebben hier een uitgesproken mening over getuige de nieuwe
suggestieve slogan, waarmee ze kort geleden campagne zijn gaan voeren.
Riepen ze eerst in hun reclameboodschappen op om zich bij hen aan te
sluiten teneinde niet aan de goden – inclusief de God van de Bijbel -
overgeleverd te zijn, nu wordt via allerlei publieke kanalen de vraag
aan ons voorgelegd: ‘Gelooft u ook meer in het leven vóór de dood?’
Overigens een merkwaardige vraag. Vooral het woordje ‘meer’ doet vreemd
aan. Gelooft men dan toch dat er ook leven is ná de dood? Of zou men
door het zo te formuleren proberen mensen, die vermoeden dat er na de
dood wel iets zal zijn, maar zich daar niet al te druk om maken, over de
streep van het lidmaatschap naar zich toe te trekken? Vooral vanuit
christelijke kring, omdat er ook daarbinnen hoe langer hoe meer zijn,
die alles op de kaart en het hier en nu zetten met als gevolg dat hun
blik op het hiernamaals zo goed als verduisterd is. Het zou kunnen.
Lees meer: Geloven in het leven