De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) heeft
geconcludeerd dat een levenseindekliniek haalbaar is. Verschillende
personen en instellingen willen hun medewerking daaraan geven. In deze
kliniek zouden artsen het leven van een patiënt die ondraaglijk en
uitzichtloos lijdt, kunnen beëindigen. Met name zouden patiënten daar
terechtkunnen die een uitdrukkelijk en ernstig verzoek tot het
beëindigen van hun leven doen maar bij hun eigen arts geen gehoor vinden
omdat deze terugschrikt voor de juridische consequenties. Ook denkt de
vereniging aan kankerpatiënten en mensen met beginnende dementie die hun
waardigheid niet willen verliezen. Daarnaast zou plaats kunnen worden
geboden aan psychiatrische patiënten en mensen die vinden dat hun leven
voltooid is. Bij die laatste groep zal de arts die verbonden is aan de
kliniek, zich overigens terughoudend moeten opstellen. De wet staat een
levensbeëindiging van mensen die 'klaar' zijn met leven niet toe.
Cliënten die om die reden zich hebben laten opnemen, moeten zelf pillen
verzamelen. Artsen kunnen dan niet meer doen dan informatie geven en
medische hulp wanneer dat nodig is.
Lees meer: Levenseindekliniek
De afgelopen tijd is er binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)
onderzoek gedaan naar het bereiken van de verschillende doelgroepen. Eén
van de conclusies was, dat er maar twee mentaliteitsgroepen in de
samenleving worden bereikt: de traditionele burgerij en de
postmaterialisten. Met de eerste groep worden zij bedoeld die de
kerkgang van de ouders hebben meegekregen en betrokken zijn bij de
mensen rondom hen. De postmaterialisten zijn zij, die bewust bezig zijn
met zingeving en begaan zijn met de wereld dichtbij en veraf. Uit de
conclusies van het rapport bleek verder, dat vooral de (post)modernen
moeilijk te bereiken zijn en het af laten weten. Zij voelen zich niet
aangesproken door de stijl van de PKN. De slotconclusie is dat de kerk
zich beter bij hen kan aansluiten, door zich meer in het gedachteleven
van deze richtingen te verplaatsen.
Hoe? Een aantal tips. Verbind de boodschap van het Evangelie met hier en
nu in plaats van ver weg en straks. Heb aandacht voor vragen in het
dagelijks leven en de gevoelens die deze met zich meebrengen. Wees als
kerk minder bescheiden; de ingetogen stijl sluit niet aan bij de
meerderheid van de Nederlanders. Geef een duidelijk verhaal en wees
trots op waar je voor staat. De troost, de kracht en de richting die
geloven biedt zijn bij velen onbekend. Sluit als kerk aan bij wat mensen
werkelijk raakt. Tot zover het onderzoek en de aanbevelingen.
Lees meer: Een trotse kerk?
Hoe ziet een gulle gever eruit? Dat kan ik u vertellen. Het stond immers
in de krant. “De doorsneedonateur in Nederland is een vrijgezelle of
gescheiden protestantse vrouw of man die elke zondag naar de kerk gaat
en woonachtig is in Noord- of Zuid-Holland, Gelderland of Flevoland”
(Trouw, 17 januari 2011). Gelukkig gaat het hier om een doorsnee
donateur. En dat betekent gelukkig niet dat de meeste lezers van dit
blad hun hand op de knip houden. Het gaat hier overigens niet om de
vaste vrijwillige bijdrage maar om de bereidheid geld af te staan voor
goede doelen. Het is interessant in genoemd artikel te lezen dat hoe
vaker mensen naar de kerk gaan, hoe vaker ze donateur zijn.
Lees meer: Doneren
Afgelopen week deed ik mee aan de Week van Gebed. Elke avond waren we
bij elkaar om bemoedigd te worden door het Woord van God, om de Here te
prijzen in onze liederen en vooral om de Hem aan te roepen met
dankzegging en voorbede. Iedere avond kwamen de deelnemers vanuit heel
de stad en vanuit verschillende kerken en gemeenten bij elkaar. Een
bonte verzameling christenen in Christus verbonden. Kerkmuren vallen
weg. Een Pinsterbroeder buigt het hoofd samen met een rechtgeaarde
Gereformeerde, een Evangelische tezamen met een Reformatorische. Dat is
goed en zeer bemoedigend. Tegelijk schrijnt er in die week wel iets.
Lees meer: iCv - In Christus verbonden
Sinds ik als emeritus predikant in diverse gemeenten voorga, merk ik dat
steeds meer kerkenraden worstelen met de kerkgang van veel van hun
gemeenteleden. Of beter gezegd: met het verzuimen van hun kerkgang. Met
name tijdens de middag- of avonddienst. Soms wordt me voor zo’n dienst
al voorzichtig gezegd dat de banken (of stoelen) aanmerkelijk dunner
bezet zullen zijn dan in de morgendienst. Men wil mij kennelijk de
schrik voor een bijna lege kerk besparen. En inderdaad schrik je er wel
eens van en vraag je je af: waar zijn nu al die broeders en zusters,
jongens en meisjes die vanmorgen present waren? Meer dan eens spreken
kerkraden in een gesprekje na de dienst hun zorg over deze ontwikkeling
uit. Want hier is inderdaad sprake van een ontwikkeling, een doorgaand
proces. De teruggang van het aantal wegblijvers vindt niet in één sprong
plaats, maar voltrekt zich langzaam maar zeker. Het lijkt wel of de een
de ander aansteekt om de tweede dienst maar thuis te blijven.
Lees meer: Zorg om de gemeente