Wat is een goede preek? Als het hart van de eredienst naar
reformatorisch besef de prediking van het Evangelie is ? en dat is het
naar mijn overtuiging ?, dan is dit een belangrijke vraag. Het is toch
de worsteling en het gebed van iedere door God gezonden predikant om in
de verkondiging het Woord van God zo duidelijk en getrouw mogelijk aan
het woord te laten komen. Maar wanneer kun je dan zeggen: mijn preek was
goed? Wie bepaalt dat?
In de Rooms Katholieke Kerk heeft men zich ook met deze vraag bezig
gehouden. In zijn boek met de titel 'Het Woord van God' geeft
aartsbisschop Nikola Eterovic, secretaris-generaal van de
bisschoppensynode, suggesties over hoe priesters en diakenen hun preken
kunnen verbeteren en de aandacht van hun hoorders kunnen vasthouden.
Tegelijk geeft hij daarin zijn mening weer over wat een goede preek is.
Een goede preek, zegt hij, duurt niet langer dan acht minuten. Nu zou je
dit een priv?mening kunnen noemen, ware het niet dat het Vaticaan deze
mening over heeft genomen en de geestelijken aanbevolen heeft deze
opvatting in praktijk te brengen.
Misschien vraagt iemand zich af: waarom moet dit in een commentaar
vermeld worden? Zo denken ze er blijkbaar in de Rooms Katholieke Kerk
over, maar daar hebben wij toch niets mee te maken? Dat kunnen we gerust
voor kennisgeving aannemen. Er zijn belangrijker dingen dan je druk
maken over hoe men vanuit Rome bepaalt wat een goede preek is.
Lees meer: Een goede preek
Op mijn vorige commentaar kreeg ik naast wat bijval uit de hoek van
predikanten ook een kritische reactie. Deze reactie van een lezer van
dit blad was vooral gericht op mijn vermoeden dat de meeste kritiek op
de kerkdiensten komt van mensen die doordeweeks het minste contact met
God hebben.
In zijn reactie geeft deze lezer aan dat hij veel kritiek heeft op de
diensten en dat het hem inderdaad niet lukt om doordeweeks veel tijd te
besteden aan Bijbelstudie, meditatie of gebeden langer dan drie
minuten. Hij schrijft dan o.a.: ?Meestal overleeft het avondgebed het
bij mij niet tussen ?nog even de laatste nieuwsfeiten verzamelen?,
?achtergronden horen bij Pauw en Witteman? en het uitgeput in slaap
vallen. Kortom > 90% van mijn actieve geloofsleven komt inderdaad op
de zondag(ochtend) aan. Ik wil echter wel graag meer dan 90% van mijn
tijd werken volgens mijn christelijke overtuigingen. ????..
Hoe optimistisch ik altijd ben, ik zie mezelf niet meer echt open naar
de kerkdiensten gaan. De huidige setting, waarin routine, sleur en
onbegrijpelijke of niet aan mijn belevingswereld appelerende taal de
boventoon voeren, biedt echter geen ruimte voor ontwikkeling. Ik laat
het over me heen komen. Ik neem daarom een bijschrijfbijbel, andere
vertalingen, een aantekeningenboekje of zelfs christelijke lectuur mee
om zelf te lezen. En naast me zit bijna de hele dienst iemand van 12
jaar in zijn jongerenbijbel te lezen. Het lijkt wel op de aanvaarding
van files zoals je die bij westerlingen bespeurd. Ach, 75 minuten in de
file, ?t went wel.?
Lees meer: 75 minuten in de file
Binnen onze kerken is het een goede gewoonte om iedere zondag twee
erediensten te beleggen. Lees de rubriek ?preekbeurten? in diverse
regionale kranten er maar op na. De voorganger is in de meeste gevallen
de eigen of een gastpredikant. En als er geen predikant is staat er zo
nu en dan de naam van een ouderling. Maar soms staat achter het tijdstip
vermeld: dienst des Woords. (Even tussen haakjes: wanneer er een
predikant voorgaat, is het blijkbaar geen dienst des Woords). Het kan
nog verder gaan, wanneer achter het tijdstip staat vermeld: leesdienst.
Hier wordt dan mee bedoeld, dat in plaats van een predikant iemand
anders op de preekstoel staat die een preek van een predikant voorleest.
Echter, wie er bijvoorbeeld het Reformatorisch Dagblad op na slaat komt
tot een merkwaardige ontdekking. Op de ene donderdag worden de beide
kerkdiensten van de CGK van gemeente X wel vermeld met de naam van de
predikant erbij, terwijl een week later alleen de ochtenddienst vermeld
wordt, of zelfs niets van de kerkdiensten van gemeente X. Een argeloze
lezer zou denken, dat de kerkenraad dan ?s middags of de hele dag geen
kerkdienst(en) heeft uitgeschreven. Niets is minder waar. Het blijkt dat
er dan een geen predikant is, die leiding geeft aan de eredienst. Dus
toch een tweederangs dienst?
Lees meer: Leesdienst tweederangs dienst?
Vorige week is Lucia de B door de rechtbank in Arnhem vrijgesproken. Zal
zij ooit vrij zijn nadat ze, na een veroordeling als seriemoordenaar,
meer dan zes jaar in de cel gezeten heeft, vaak vernederend behandeld en
afgeschilderd als een engel des doods?
Het begon in 2001 toen in het Juliana Kinderziekenhuis waar Lucia werkte
een baby op on-verklaarbare wijze overleed. Collega?s suggereerden dat
Lucia er de hand in had gehad. En niet alleen in de dood van dit kind.
De toenmalige directeur van het ziekenhuis schakelde om die reden
justitie in. Het Hof in Den Haag oordeelde in 2004 dat seriemoord was
bewezen en veroordeelde Lucia tot levenslang.
Het Hof in Arnhem kwam tot een ander oordeel. Lucia is onschuldig en
werd het slachtoffer van vooringenomenheid en negatieve beeldvorming.
Na de uitspraak van de rechtbank heb ik met grote verbazing het
interview met de oud-directeur van het Juliana Kinderziekenhuis gezien.
Ik heb er geen spijt van dat ik in 2001 jus-titie heb ingeschakeld, zei
hij. Ik zou het weer doen, voegde hij eraan toe.
Lees meer: Lucia de B
Oude tradities worden ingeruild voor nieuwe. Neem de stille tochten of
neem de tendens rond begraven om er een feest van te maken. Een
gekleurde kist, kunstzinnig muziekspel en po?zie. Laat ik nu eens bij
dit laatste blijven. Begraven. Dat past toch bij Pasen. Het eindigde met
een graf en het begint met een graf, een open graf. In de kern is de
christelijke boodschap: Juist door Christus' dood breekt het eeuwige
leven baan. De Oude Kerk heeft dat aangevoeld en het is later nagevolgd.
Op Paasmorgen vroeg zingen op de begraafplaats. Twee herinneringen van
mij. Onlangs leefde ik mee met een vriend wiens moeder was gestorven en
werd begraven. Als dominee maak je het dan eens mee van de zijkant.
Observerend. Mij trof het moment dat alle kleinkinderen een kaars namen,
rondom de kist van oma stonden in een intieme kring. Elk ontstak zijn
kaars en zei een woord of een tekst. Een ritueel. Zinnig. Zo raakten ze
betrokken. Konden zij iets kwijt. Ik observeerde de dominee. Een
vrouwelijke, die de gestorvene had gekend. Stijlvol in toga trad zij op.
Ook dat heeft zijn betekenis. De voorganger als steunpilaar, als anker
in een zee van emotie. Aan het eind sprak mijn vriend een in memoriam.
Ook een ritueel. Het verleden in het gelaat kijken en duiden met
tastende woorden of een anekdote die ontroerd of even een grinnik door
de kerk doet gaan. Daarna werd het letterlijk een uit-vaart. Vanuit het
grote dorp naar een klein gehucht, Woltersum.
Lees meer: Rituelen