Dank U wel!
Het is vast alweer uit je geheugen gewist, maar vorige week had je nog vakantie. Je hebt vast en zeker allerlei leuke dingen gedaan: gewinkeld, gespeeld, of misschien heb je wel een sneeuwpop gemaakt. Maar... dat was vorige week. Je hebt nu alweer een week school. Hopelijk vind je het heel leuk op school. Misschien zie je alweer uit naar de volgende vakantie. Of naar volgend weekend omdat je dan logeren gaat bij iemand anders. Het kan ook zijn dat je juist dan jarig bent. Je bent er niet mee bezig, maar er zijn heel veel dingen waar je dankbaar voor kunt zijn: je brood elke morgen, je nieuwe fiets, leuke vriendjes of een lieve juf. Zo zie je maar: je staat er niet bij stil, maar je hebt veel dingen om dankbaar voor te zijn.