De zaligsprekingen van de Here Jezus gaan over mensen die er min of meer hopeloos aan toe zijn. Vaak innerlijk, en daarmee vaak ook maatschappelijk. Dat was de conclusie uit de vorige twee artikelen.
Arm van geest, treurend, zachtmoedig, barmhartig, en zoekers naar gerechtigheid: mensen die kwetsbaar zijn. Door (eigen) onjuist handelen, of door een eenzijdigheid of zwakheid in karakter. Natuurlijk hebben genoemde eigenschappen iets moois. Jij en ik wonen ook liever naast een barmhartige dan naast een hardvochtige buurman. Liever naast een arme van geest dan naast een blaasbalg. Liever een buurman die verlangt naar herstel van wat scheef ging, dan naast een gewetenloos iemand. En ja, misschien ook wel liever naast een treurende dan naast iemand die nog nooit tegenwind heeft gehad. En een arme van geest is misschien ook wel beter te verdragen dan iemand die het allemaal zo goed weet. Maar dat neemt het kwetsbare niet weg, noch het eenzijdige van hun karakter.