Te laat komen op de allereerste zondag dat je predikant bent. Zo ben ik mijn loopbaan begonnen. In de vaste overtuiging dat de dienst om tien uur zou beginnen – vanaf mijn jeugd had ik nooit anders meegemaakt - zat ik thuis koffie te drinken. Om half tien belde de koster: ‘Dominee, de mensen zitten op u te wachten’. Vliegensvlug naar de kerk. Zoiets kun je je alleen op de eerste zondag permitteren. Ondanks lichte schaamte, wel een bewijs dat ik me thuis voelde.

Op 2 april 1976 ben ik in Vlissingen bevestigd door professor W. van ’t Spijker. Ik deed intrede met de woorden uit 2 Korinthe 5 vers 20: 'Laat u met God verzoenen.' Mijn leven lang ben ik geboeid door het wonder van de rechtvaardiging: wij worden om Christus’ wil door God vrijgesproken en tot zijn kind geadopteerd. Zoals elke predikant geef ook ik hoog op van mijn eerste gemeente: daar heb ik alles voor het eerst meegemaakt. Als vrijgezel werd ik vaak uitgenodigd mee te blijven eten. Al snel voelde ik me alsof ik bij familie aan huis kwam en werd ik 'dominee Kees' genoemd. Helaas bestaat deze warme gemeente niet meer, maar mijn leven lang heb ik in mijn vrouw een dagelijkse verbinding aan de Scheldestad: op 16 januari 1981 trouwde ik daar met Addie de Vos.

Kaneel, een specerij, is afkomstig van de kaneelboom, die alleen maar groeit in een tropisch klimaat, vooral in Zuidoost-Azië. Het wordt gebruikt als smaakmaker bij diverse gerechten. Bij wie staat er niet een potje kaneel in een kruidenrekje of zomaar los op een plankje in de keuken? Tegenwoordig is het een alledaags product en wel zo alledaags dat je het niet gauw aan een ander schenkt als cadeau. Tot en met de zeventiende eeuw werd kaneel alleen gebruikt in hogere kringen.

Ik ben geboren in een klein dorpje. Ongeveer twintig huizen, en ieder kende iedereen. Ons hele dorp ging zondags naar de kerk. En als je ’s avonds een rondje liep, klonk uit menig huis orgelmuziek.

Moeders breiwerk bleef in het mandje boven op de nog ongestopte sokken liggen. Soms deden we een spelletje en af en toe, als vader niet te moe was, las hij ons voor.

Mijn vader had een mooie voorleesstem. Hij was op een reciteervereniging geweest. Daar deden ze voordrachten en vertellingen.

Het verhaal dat mijn vader las, ging over de oorlog. Hoewel ik in de oorlog geboren ben, kon ik me daar als zesjarige niet veel bij voorstellen.

Kwam het door de stem? De uitdrukking op het gezicht van vader? Hijzelf was in de oorlog tegen de Duitsers in een gevangenkamp terecht gekomen.

Ik weet het niet. Wel dat beelden zich aan mij opdrongen.

 

Uit een zaal van de Christelijke Gereformeerde kerk van Drachten klinkt muziek. Er wordt gezongen op een bekende wijs, psalm 134, met gitaarbegeleiding. Maar niet met de vertrouwde woorden van deze psalm. Er worden Arabische liederen gezongen. Door Nederlandse mensen, cursisten van de vormingscursus voor gemeenteleden. Zij hebben deze zaterdagmorgen les van een medewerker van Evangelie & Moslims. De studie begint met het zingen van een christelijk Arabisch lied om een beetje in te leven hoe Arabieren zich voelen als zij een kerkdienst in het Nederlands meemaken.

Veel Arabieren stapten de laatste jaren een kerk binnen. Niet alleen de christenen onder hen, maar ook moslims. Velen zijn op zoek gegaan naar een nieuw geloof vanwege slechte ervaringen met wat hen in naam van de islam is overkomen. En hoewel ze vaak jarenlang negatieve informatie kregen over ‘het christelijke westen’ – decadent, amoreel, overheersend, arrogant – toch willen ze zich openstellen voor het christelijke geloof, voor de godsdienst van de liefde. Sommigen zoeken contact met christenen en stappen over de drempel van een kerk. Zij komen dan een heel andere wereld binnen met een vreemde, moeilijke taal. Met liederen, vaak ook gebeden, die gezongen worden. Waar mannen en vrouwen door elkaar heen zitten. Soms wordt men, als er vertaald wordt, geraakt door de gebeden voor vluchtelingen zoals zij. Of door de indrukwekkende zegenwoorden aan het slot van de dienst…

In zeven hoofdstukken schetst Paas de positie van de christelijke gemeente in onze seculiere samenleving. Zijn visie op de christelijke missie in onze postchristelijke omgeving vat hij als volgt samen: kleine gemeenschappen kunnen beter aan gemeenteopbouw doen dan grote gemeenten. Het draait daarbij om luisteren naar God en betekenisvolle relaties met de omgeving en een realistische en theologisch verantwoorde benadering van evangelisatie en dienstbaarheid. Dit alles wordt bij elkaar gehouden door en ontvangt zijn betekenis vanuit de lofprijzing aan God.

Deze kijk op de kerk en haar missionaire roeping baseert Paas op een zorgvuldige studie van belangrijke bijbelse gegevens. Hij geeft veel aandacht aan de ballingschap van Israël in Babel. Gods volk moest in kwetsbare omstandigheden leren vertrouwen op zijn God die ook de God van Babel is. Het moest leren leven vanuit de toekomst die God in voorbereiding heeft.

Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...