Spiegel voor de kerk van nu

 

De titel en ondertitel zijn veelzeggend. Prosman heeft onderzoek gedaan naar de Holocaust en verklaart dat die (door christenen) niet verwerkt is. Met het resultaat van zijn onderzoek houdt hij de kerk een spiegel voor. Ook ons dus.

De auteur heeft zijn studie breed opgezet. Hij gaat na hoe er in Europa in de loop van de eeuwen over de Joden is gesproken en welke plaats zij kregen. Al heel gauw en steeds sterker werden ze met achterdocht bejegend en slecht behandeld, totdat het uitliep op antisemitisme en tenslotte op de moord op 6.000.000. De meest gebruikte naam voor deze gruwel is de Holocaust. Prosman laat zien dat in dit historisch proces de kerk ook een kwalijke rol heeft gespeeld.

Het zal inmiddels nog maar weinig mensen zijn ontgaan dat Nederlands bekendste Rotterdammer dit jaar jubileert: in 2016 is het vijfhonderd jaar geleden dat Desiderius Erasmus (1469-1536) zijn uitgave van het Griekse Nieuwe Testament publiceerde, met daarbij een vertaling in het Latijn.

 

In de eenentwintigste eeuw zijn we al zo gewend geraakt aan een veelheid van Bijbeluitgaven en -vertalingen, dat de vraag zou kunnen opkomen waarom het werk van Erasmus zo bijzonder was dat we het nu nog moeten herdenken. Het is echter wel een feit dat hij met zijn uitgave baanbrekend werk heeft verricht. De Griekse grondtekst die hij publiceerde heeft als basis gediend voor vele vertalingen die daarna het licht zagen, de Duitse van Luther voorop.

De reformatoren maakten dus dankbaar gebruik van zijn werk, en de nog jonge boekdrukkunst zorgde voor de verdere verspreiding. Daarmee werd een nieuwe ontwikkeling in gang gezet. Tot dan toe was er maar één standaardbijbel, de Vulgata: de Latijnse bijbel van de kerkvader Hiëronymus uit de vierde eeuw. Alleen de geestelijkheid kon deze bijbel lezen. Erasmus had ontdekt dat er in de Vulgata nogal wat vertaalfouten voorkwamen. Vandaar dat hij het tijd vond om eens goed naar de Griekse grondtekst te kijken, deze te publiceren en van een nieuwe Latijnse vertaling te voorzien.  Zo kwam er een uitgave tot stand met twee kolommen: links de Griekse grondtekst, rechts de vertaling. Daarmee stelde Erasmus zich kwetsbaar op, want elke theoloog kon nagaan of hij zijn vertaalwerk wel goed had gedaan.

Het gebeurde veertig dagen na zijn opstanding. De discipelen waren samen met Jezus op een berg. Op een gegeven moment kwam daar een wolk die Hem onttrok aan hun ogen. Opeens was Hij er niet meer. Het werd hun gezegd: God had Hem opgenomen in de hemel.

 

Christus verscheen voortaan niet meer aan zijn leerlingen zoals Hij dat die weken daarvoor wel had gedaan. Zo zou Hij niet meer bij hen komen. Hij bleef voortaan in de hemel. Pas na Pinksteren begrepen de discipelen de volle rijkdom daarvan.

Iets van die rijkdom is verwoord in de Heidelbergse Catechismus, die verklaart dat Christus in de hemel is met het oog op het heil van de zijnen. Dat is: voor hun redding. Een geweldige boodschap! In zijn hemels paleis werkt Hij verder aan hun redding. Want dat is nodig. Ook al heeft de verzoening op Golgota plaatsgevonden, de gelovigen zijn op aarde niet zonder gevaar. Maar Christus is in de hemel 'tot hun heil', tot Hij terugkomt.

De auteur, tweede voorzitter van het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten, schreef dit boek op verzoek van de uitgever. Die heeft er een prachtige uitgave van gemaakt: mooi gebonden, gedrukt op glanzend papier, met veel schitterende foto’s.

In bijna 190 bladzijden behandelt de schrijver onnoemelijk veel: de geschiedenis van het Jodendom, van Abraham tot de staat Israël; het hedendaagse Jodendom, de Joodse feesten; Joodse gebruiken en rituelen; de Messiasverwachting in de joodse godsdienst en de relatie tussen het Jodendom en het christendom.

‘Je bent oma’s lieve meid’, zegt oma en strijkt Jolanda - haar zevenjarige kleindochter- liefkozend over haar blonde haren. Zich daarbij afvragend: ‘Hoe zal het kind zich ontwikkelen?’

Dit naar aanleiding van haar vraag.

Jolanda was met haar vraag naar oma toegekomen. Ze had haar daarbij hoopvol aangekeken. Want oma wist nu eenmaal hééél veel. Ze lachte haar ook nooit uit en zei nooit: ‘je moet niet altijd zoveel vragen.’

Dat zei mamma wel eens.

‘Je moet niet altijd vragen, waarom!’

Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...