Mozes (VII)
De ochtendmist hangt nog over de velden en lijkt uit de Nijl het land op te kruipen. Mozes daalt af naar het gezelschap waarvan hij af en toe iets boven de mist ziet uit komen. De farao en zijn gevolg en bewaking. Iedere morgen neemt de farao een bad in de Nijl. Een vast ritueel en Mozes stapt er op af. Maar geheel naar verwachting wordt hij door de bewakers tegen gehouden. Niemand mag de farao benaderen. Mozes kijkt de bewakers aan en zegt alleen maar: ‘Zeg de farao, dat ik er weer ben.’ Iets in zijn houding en stem maakt, dat de bewakers doen wat hij zegt en tot hun verbazing laat de farao Mozes bij zich brengen. Het gezicht van de farao staat alleen niet op zon.