Zorgen voor de kudde, vanuit de zorg die de Here Jezus Zélf voor zijn schapen heeft - zo vatte ik in het vorige artikel de taak van ambtsdragers in de gemeente samen. Op die herderlijke zorg wil ik in dit tweede artikel nog wat verder ingaan.

 

Ik zei al, met name de ouderlingen worden in het Nieuwe Testament zo genoemd, ‘herders’. Het woord dat in het Grieks voor de ouderling gebruikt wordt, is: episkopos, en dat betekent: opziener. Hoewel dat woord in allerlei verbanden gebruikt kan worden (voor een opziener in de bouw bijvoorbeeld, of een bewaker in de gevangenis, of een opvoedkundige), is er wanneer het woord in het Nieuwe Testament gebruikt wordt steeds aan één specifieke vorm van opzicht gedacht: het opzicht dat een herder houdt over de kudde (vgl. 1 Pet.5,1-7). 

Een kerkdienst kent diverse momenten: bidden, zingen, je geloof belijden, lezen uit de Bijbel, collecteren, zegen en groet, het luisteren naar de geboden of leefregels van onze God en …–  voor velen het belangrijkste –: de Woordverkondiging, of kortweg gezegd: de preek.

 

Bijna elke predikant maakt in de week voorafgaande aan de zondag één of twee preken. Als regel ’s ochtends naar aanleiding van een tekst uit de Bijbel en ’s middags uit de catechismus of één van de andere belijdenis geschriften. Al merk je steeds vaker dat dit laatste niet meer zo vanzelfsprekend is vanwege al die bijzondere diensten. Maar dat even terzijde.

Als de predikant op de preekstoel staat ziet hij een grote diversiteit van mensen voor zich. Kinderen, jongeren, ouderen, jongens en meisjes, mannen en vrouwen in afwachting van wat de Heere in de preek te zeggen heeft door middel van de predikant die zich er zo goed mogelijk op voorbereidt. Maar hoe houd je de aandacht er bij? Wanneer de preek gehouden wordt naar aanleiding van een geschiedenis uit het Oude Testament of een van de reizen van Paulus kan de aandacht van velen  gemakkelijker worden vastgehouden dan wanneer het een moeilijker gedeelte is uit bijvoorbeeld de brief aan de Hebreeën.  

Op de laatste dag van de tweede vergaderweek werd bijna de gehele morgen besteed aan de beantwoording van de vragen die tijdens de zevende zitting waren gesteld naar aanleiding van een tussenrapport van de synodecommissie die de behandeling van de revisieverzoeken over het synodebesluit van 2013 ten aanzien van homoseksualiteit en homoseksuele relaties moest voorbereiden. Zie daarvoor het verslag van de zevende zitting.

Verder kon op deze dag de behandeling van een aantal rapporten worden afgerond, die al eerder aan de orde waren gekomen. Een van die rapporten betrof het evangelisatiewerk.

Dit werk draagt vrucht, zo kon met dankbaarheid worden vastgesteld. Deze vrucht is vooral zichtbaar in zendingsgemeenten. Verhoudingsgewijs werden in de afgelopen twintig jaar in de zendingsgemeenten binnen ons kerkverband aanzienlijk meer mensen met een buitenkerkelijke achtergrond gedoopt dan in de gevestigde kerken

Heeft u en heb jij dat ook wel eens? Dat je in de kerk jezelf met sommige mensen verlegen voelt? Je hebt er gewoon vooral last van. Het is natuurlijk vervelend om te zeggen maar zonder hem of haar (of hen!) zou het – volgens u/ jou - gewoon makkelijker, fijner of zo iets dergelijks zijn. Ergens weet je natuurlijk wel dat je zo niet hoort te denken maar het overkomt je gewoon. Dat je jezelf met sommige mensen opgedrongen voelt. Daar zijn soms wel praktische oplossingen voor. Je gaat bijvoorbeeld gewoon een eindje bij ze uit de buurt zitten. (Eén bank verderop kan al flink schelen). Je ontloopt ze bij andere activiteiten. En je gaat zeker niet met ze in dezelfde commissie zitten. Daar ben je gelukkig allemaal helemaal vrij in.

Die vraag legde de redactie van het Kerkblad voor het Noorden mij voor, mede naar aanleiding van een aantal ochtenden die ik verzorgde tijdens de landelijke vormingscursus van het vorig seizoen, rondom ambt, gezag en leiderschap.

Achtergrond van de vraag was het signaleren van ontwikkelingen in het denken over kerk en gemeente, waarbij het lijkt dat de ambtelijke structuur wat op de achtergrond is gekomen. Te denken is aan het ontstaan van nieuwe gemeenten, die heel sterk ‘hangen’ aan één enkele pionier, en waarbij de vraag kan opkomen of er ook sprake is van ‘kerk’ wanneer spontaan ergens begonnen is met het beleggen van diensten, maar een ambtelijk kader eigenlijk helemaal ontbreekt. Of aan de opkomst van huisgemeenten, waarbij ambtsdragers eigenlijk geen rol spelen, maar waar toch een vorm van gemeente-zijn ervaren wordt.

Commentaar

  • Aan Zijn voeten 2025-09-13 08:17:13

    Over de kerk is er nogal wat te doen, zeker over onze kerken, de Christelijke Gereformeerde...

  • Eindtijd 2025-08-30 08:50:10

    Al zolang wij bestaan leven we in de eindtijd. Zo leerde ik het van onze dominee op catechisatie....

  • Samen kerk-zijn 2025-08-15 13:51:52

    De kerk is een bont gezelschap. Dat valt u vast wel op in uw eigen kerk. Maar in de zomerperiode...

  • Vriendschap 2025-07-31 12:15:07

    In 2024 verscheen het rapport ‘Jeugdtrends’. Dit rapport is een samenwerking van een aantal...