{mosimage}Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was …berouwde het de HERE, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart.          Genesis 6:5-6

Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.  Jona 3:10

Hierboven staan twee teksten die spreken over het berouw van de HERE. Maar wat een verschil. Gods berouw in Genesis loopt uit op de zondvloed. Zijn berouw bij Jona betekent dat Ninevé niet wordt verwoest.

In beide teksten wordt het Hebreeuwse werkwoord ‘nacham’ gebruikt. In het vorige artikel over Gods berouw schreef ik dat dit werkwoord betekent dat God diep zucht, van diepe teleurstelling en droefheid zoals in Genesis 6:6 of van grote opluchting en vreugde zoals in Jona 3:10. Deze keer krijgen deze twee teksten de aandacht.

{mosimage}De derde vergaderweek zit erop. Van een week valt eigenlijk niet te spreken. De synode was na de vergaderweken in september en oktober met de agenda zo ver gevorderd dat in november kon worden volstaan met één dag vergaderen. Op 23 november begonnen we om halftien ’s morgens. Zo’n twaalf uur later daalde de symbolische hamer op de moderamentafel neer. Synode 2010 ten einde. Met dien verstande dat er in mei 2011 nog een vergadering zal volgen.

Wat bracht ons deze dag vergaderen naast opnieuw uitstekend verzorgde maaltijden? Het palet was veelkleurig: geld, digitalisering, vertrouwenscommissie, NGK, voorlopige sluiting.

Geld
Daar ging het vooral over in de ochtend. Eerst werden de financiële zaken van de Generale Synode zelf besproken. Die zaken stonden er goed voor. De penningmeester werd hartelijk dank gezegd voor zijn werkzaamheden en werd vervolgens opnieuw benoemd. Resultaat van de besluitvorming: de kilometervergoeding voor de deputaatschappen en alle andere kerkelijke activiteiten wordt voor de komende drie jaar op € 0,29 gesteld. Een stijging van € 0,01. Deputaten financiële zaken hadden een lijvig rapport op de synodetafel gelegd. Hamvraag is altijd weer: hoe hoog zal de afdracht van de kerkelijke kassen worden?

{mosimage}Bij het vallen van de nacht,
bij het falen van de kracht,
met de duisternis rondom,
roep ik: kom Heer Jezus, kom!

Dit is lied 267 uit ‘Verzamelde liederen’ van Guillaume van der Graft, het pseudoniem van Willem Barnard. De titel van het lied is Maranatha en is te zingen op de melodie van: ik ga slapen, ik ben moe. Ik vind het een ontroerend lied; schijnbaar eenvoudig maar met de diepte van het evangelie. En met de diepte van het mensenleven. In elk geval van het leven van de maker.

Dat gold bijzonder voor zijn laatste jaren. Drie jaar geleden leek er aan zijn leven een einde te komen, maar hij kreeg er nog drie jaar bij. Vraag niet wat voor jaren. Het waren jaren waarin de krachten faalden en de duisternis rondom was.

{mosimage}Er zijn enkele redenen waarom ik met u en jou hierover wil nadenken. Enige tijd geleden werd ik gevraagd te preken, beter, te onderwijzen, vanuit de Heidelberger Catechismus, Zondag 34, over het eerste gebod: Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Ik stuitte bij de voorbereiding op de eerste woorden van de Westminster Confessie: Wat is het doel van God met de mens? Antwoord: Om God de glorie te geven en zich in Hem te verheugen voor eeuwig.
De tweede reden ligt in het gegeven dat steeds meer christenen verlangen meer van God te kennen. Het ligt zo ongeveer in de lijn van ‘meer en meer te lijken op de Here Jezus’. Ik probeer me dan voor te stellen wat dat dan precies inhoudt dat ‘meer God te kennen’. Tenslotte werden mijn overwegingen gevoed door een boek van Tim Keller ‘Namaakgoden’, met als onderschrift ‘De lege beloften van geld, seks en macht, en de enige werkelijke hoop.’ Enige vingeroefeningen.

{mosimage}Ook liegt de Onveranderlijke Israëls niet en Hij kent geen berouw; want Hij is geen mens, dat Hij berouw zou hebben.
… En de HERE had berouw, dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld.
         1 Samuël 15:29 en 35

De HERE had berouw. Dat staat in 1 Sam. 15:(11 en)35. Maar in vers 29 staat dat God geen mens is dat Hij berouw zou hebben. Men hoeft niet eens een aandachtig bijbellezer te zijn om dit opvallende verschil te zien.
Heeft God nu wel of geen berouw? Die vraag wordt door de meeste lezers waarschijnlijk beantwoord met: God heeft geen berouw, want Hij is geen mens.
Bij dat antwoord blijft de vraag hoe het dan kan dat in dit hoofdstuk (twee keer) wordt gezegd dat God wel berouw heeft.

‘Berouwen’ betekent volgens het woordenboek: spijt hebben over iets waaraan men verkeerd heeft gedaan. Maakt dat niet duidelijk dat vers 29 juist is? Als dat zo is, hoe moeten dan de woorden ’de HERE had berouw’ uit 1 Sam. 15:11 en 35 worden verklaard?

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...