Is de zegen van Naomi wel zegenrijk?
In de rubriek ‘zo lees ik het’ schreef broeder D. Visser een artikel onder de titel ‘De raad van Naomi is een raadsel’. Naar aanleiding van een lezersvraag gaat hij in op het advies dat Naomi geeft aan Orpa en Ruth. Met een prachtige zegenwens zendt Naomi haar schoondochters terug naar Moab. Maar zijn die zegen en dat advies geen ‘geloofsverloochening’? Broeder Visser antwoordt ontkennend: ‘haar raad kwam voort uit een oprechte liefde voor Orpa en Ruth en is bovenal een vorm van zelfverloochening’.
Het artikel verschijnt op het moment dat we in Nieuwe Pekela samen proberen te luisteren naar het boekje Ruth. De vraag over Naomi’s advies drong zich ook aan ons op toen we samen hoofdstuk 1 lazen. Toch kwamen we door verscheidene overwegingen tot een ander antwoord.




Sinds we getrouwd zijn, al meer dan 33 jaar, zoeken we als we op vakantie zijn op zondag een kerk op. In het begin was dat nog vaak in Nederland, maar in de loop der jaren werden dat verschillende landen van Europa. Zelfs een keer in Amerika, in New York.
In het eerste artikel hebben we stilgestaan bij het ‘waarom’ van preken. Wat is de reden dat we wekelijks twee preken meekrijgen? De conclusie was dat de Bijbel hierin nauwelijks concrete voorschriften geeft. Het wordt aan de tijd, cultuur en aan de inspiratie van Gods Geest overgelaten om telkens opnieuw de ideale vorm te zoeken. En dat is datgene wat het meest tegemoet komt aan de eer van God, aan het elkaar leren, vermanen en bemoedigen in deze concrete tijd. Vanuit die zoektocht ga ik in dit artikel enkele adviezen ter overdenking formuleren.
'Er staat geschreven en er is geschied'. Een uitspraak die zegt dat de geschiedenis houvast geeft. Toch kan de geschiedenis ook onzeker maken. Bijvoorbeeld wanneer je nadenkt over veranderingen die zich in de loop van de tijd hebben voorgedaan in kerk en samenleving. Het is soms net alsof je op drassige bodem terecht bent gekomen.