{mosimage}De kleine camping ligt er een beetje eenzaam bij.
Het is ook nog vroeg in het seizoen.
Eigenlijk is het te koud.
Maar soms heeft een mens er behoefte aan om zich even terug te trekken.
Samen met je vrouw in een klein huisje.
Gelukkig zitten er wielen onder en kun je als het niet bevalt zo weer vertrekken.
Lees meer: Vakantieganger
{mosimage}Deze roman werd vertaald in het Nederlands door Ine Willems en verscheen
in maart 2011. In april kwam de tweede druk al uit. Dat is
begrijpelijk, want het gaat om een indrukwekkend verhaal dat goed
geschreven is.
De hoofdpersoon is Aminata Diallo. Ze wordt,
vanwege de lastige uitspraak van haar naam, meestal Meena genoemd. In
het eerste hoofdstuk is ze oud en in Londen in 1802. De abolitio-nisten -
dat zijn voorstanders om de slavernij af te schaffen - willen dat het
parlement en het Engelse volk haar verhaal uit haar eigen mond horen.
Het is een zware aanklacht tegen de slavenhandel, een mensenhandel die
door voorstanders verdedigd wordt en humanitair wordt genoemd. Het
verhaal van Aminata wordt in deze roman verteld. Als meisje is Aminata
met andere dorpsbewoners geroofd en op een lange voettocht meegenomen
naar de Afrikaanse kust. Bij die roofoverval werden haar ouders gedood.
De voettocht was een verschrikking. Maar het was nog maar het begin.
Want daarop volgde de bootreis van Afrika naar Amerika. Het was een
wonder dat zij als kind die reis overleefde. In Amerika aangekomen
werd ze gekocht door een indigoplanter. Hij verkocht later de zoon die
ze kreeg aan een ander en Aminata aan de Jood Salomon Lindo. Lindo en
zijn vrouw be-handelden haar veel beter dan de planter. Toch wil ze ook
bij hem weg. Want ze wil vrij zijn.
Lees meer: Het negerboek
{mosimage}Op 20 april 2011 promoveerde ds. Arnold Huijgen, predikant van
Genemuiden, aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op een
proefschrift over de aanpassing van God aan het bevattingsvermogen van
de mensen, zoals Calvijn daarover schreef. Het is een knappe studie
geworden, die duidelijk maakt dat theologiebeoefening een spannende
bezigheid is, als zij niet om de werkelijke vragen heenloopt.
Steeds weer kreeg Calvijn als serieuze bijbelonderzoeker te maken met de
vraag of allerlei omschrijvingen van God en zijn daden wel passend
waren als typeringen van wie Hij is en wat Hij doet. Wie enigszins met
de Bijbel vertrouwd is geraakt, herkent die vragen wel.
Van de Here God wordt gezegd dat Hij wandelde in de hof (Genesis 3), en
dat Hij neerdaalde op de aarde om in ogenschouw te nemen waar de mensen
in Babel mee bezig waren (Genesis 11). Mozes komt bij een brandende
braamstruik die niet verteert en ontdekt dat de Here zelf daarin aan hem
verschijnt. Verder lezen we meerdere malen dat Hij met zijn
heerlijkheid neerdaalde in de tabernakel en later de tempel, en ook dat
Hij met zijn heerlijkheid de tempel verliet (Ezechiël 10). De Psalmen
zingen van de Here dat Hij in Jeruzalem woont. Maar hoe kan van Hem
gezegd worden dat Hij op een bepaalde plaats woont, of dat Hij van de
ene plaats naar de andere beweegt? God is toch overal!
Lees meer: God past zich aan de mensen aan
{mosimage}Doorgaans geven mensen ruime aandacht aan hun lichaam. Soms grenst die
aandacht aan verheerlijking. Ook een ander uiterste is mogelijk:
minachting en verwaarlozing van het lichaam. Maar hoe ziet een christen
zijn lichamelijk bestaan? Volgens de apostel Paulus is het lichaam van
wie gelooft een tempel van de Heilige Geest. Een uitspraak met
consequenties.
Wie gelooft mag weten dat hij de Heilige Geest heeft ontvangen. Soms
zijn wij wat dat betreft onzeker over onszelf: 'Zou ook ik de Geest van
God hebben ontvangen?' Dan hebben we aarzelingen over de echtheid van
ons geloof. We wachten misschien op een bijzonder teken dat ons daarover
zekerheid zou moeten geven. De inwoning van de Geest is een
onverstelbaar grote werkelijkheid. We vragen ons af of sommigen niet al
te vrijmoedig getuigen dat de Gave van God in hen woont.
Lees meer: Goddelijke woning van vlees en bloed
{mosimage}Vandaag, vrijdag 1 juli 2011 zal drs.
A.J.T. Ruis worden bevestigd als de nieuwe predikant van Damwoude. Om
hem en zijn gezin wat beter te leren kennen werden hem door de redactie
een aantal vragen voorgelegd.
Kunt u iets vertellen over uw leef-, woon-, gezins-, studiesituatie?
Ik ben geboren in 1978 en afkomstig uit Sliedrecht. Tijdens en na mijn
doctoraalstudie theologie aan de Universiteit Utrecht heb ik – in totaal
vijftien jaar – met vreugde gewerkt als docent in het voortgezet
onderwijs. De laatste twaalf jaar gaf ik les in de vakken Godsdienst,
Latijn en Grieks. Mijn vrouw (30) en ik hebben vier kinderen van de
Heere ontvangen: Rosalyn (10), Bernard (8), Florens (6) en Maurits
(1,5). In 2007 ben ik toegelaten tot de studie voor predikant aan de
Theologische Universiteit Apeldoorn en in februari van dit jaar mocht ik
deze studie afronden.
Waarom bent u eigenlijk predikant geworden?
Kort gezegd: Omdat de Heere daartoe geroepen heeft. Zonder die roeping
kan het niet. Met die roeping blijft er ten diepste geen andere weg
over. Daar zorgt de Heere Zelf voor.
Lees meer: Drs. A.J.T. Ruis wordt de nieuwe predikant van Damwoude