Namens de roepende kerk (Zuidlaren), opent broeder Huizinga de vergadering. Hij leest met ons enkele verzen uit Handelingen 1, 2 en 23. Hierna gaat hij kort op dit bijbelgedeelte in. Het gaat in deze gedeelten om het ontstaan van gemeentes. Ze zijn jong en waren aan het begin van het proces om een gemeenschap te vormen. De basis daarvoor is het gebed; het eensgezind aanroepen van God. God geeft op onze vraag Zijn Geest, zodat we met vrijmoedigheid over Hem kunnen spreken.

Hierna gaan we in groepjes uiteen en bidden met en voor elkaar. Vervolgens heet broeder Huizinga ons allen welkom.

In het vorige artikel over mijn eindscriptie stond ik stil bij de zendingsgemeenten van de CGK en de problematiek rondom de bediening van het avondmaal in deze gemeenten. In dit slotgedeelte gaat het over de vragen rondom de doop, die uit deze jonge zustergemeenten opkomen. Daarnaast bespreek ik kort een ‘nieuwe’ vorm van zegenen, die verband houdt met de doop.

Er zijn twee belangrijke zaken waar men in zendingsgemeenten voor komt te staan als het gaat over de doop. Dit hangt onder andere samen met de bekering van nieuwe gelovigen en met het multi-christelijke karakter van deze gemeenten. Dit laatste heb ik in het vorige artikel al even genoemd.

Op 8 maart vergaderde de classis Leeuwarden in Sneek. Op die vergadering werd een afvaardiging aangewezen voor de vergadering van de particuliere synode van het noorden die DV 19 april gehouden zal worden. De volgende broeders werden afgevaardigd: de predikanten C.C. den Hertog, D.J.T. Hoogenboom en D.J. Steensma als primi met de predikanten A.J.T. Ruis en J.D. van ’t Zand als hun vervangers (secundi); de ouderlingen W. Lodewijk, L. van der Zwaag en R. van der Zwaag als primi en de ouderlingen J.W. Kooistra, S.H. de Vries en S. Westerhuis als secundi; diaken B. Vianen als primus en diaken  H.J. Kooistra als secundus.

Tien jaar geleden ging ik naar een open avond van de Theologische Universiteit van Apeldoorn. Daar hield professor Selderhuis een lezing over ‘het probleem van de vlieg in de avondmaalsbeker’. Ik kon niet weten dat ik tien jaar later zou afstuderen op problemen die zich kunnen voordoen bij het bedienen van sacramenten in Christelijke Gereformeerde zendingsgemeenten. In een tweetal artikelen zal ik een drietal onderwerpen uit mijn eindscriptie nader bespreken.

Mijn eindscriptie heb ik geschreven voor het vak Missiologie/Evangelistiek. Dit zou men kortweg zendingswetenschappen kunnen noemen. Het is een breed vak waarin zowel zending in het buitenland als zending in ons eigen land aan bod komen. De titel van de scriptie luidt:

‘Avondmaal, doop en andere zichtbare tekenen van heil in de Zendingsgemeenten’.

Gods lankmoedigheid geeft hoop. Ze doet hopen op redding. Zicht op deze lankmoedigheid verrijkt ons godsbeeld. Toch is binnen de oudtestamentische wetenschappen het bijbelse getuigenis aangaande Gods lankmoedigheid onderbelicht gebleven. Een nieuwe Apeldoornse Studie haalt dit begrip uit de schaduw: een schitterend boekje met een rijke inhoud.

Mensen hebben soms een kort lontje. Een sprekend voorbeeld is Lamech. Lankmoedigheid is een woord dat niet voorkwam in het woordenboek van deze figuur uit de oudheid (Gen. 4, 23-24). Evenmin waren de goden in de oudheid toonbeelden van geduld. Zij waren juist trots op de snelheid van hun toorn.

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...