Dit boek bevat twee verhaallijnen, namelijk die van Lucie en Dash, en die van Frederick Hanford, een verrader, die tweehonderd jaar eerder leefde. De rode draad die door deze roman loopt is het schip de MS Jubilee.
Lucy groeit op als een wat eenzaam kind, zonder vrienden. Tot ze Dash ontmoet, een jongen zonder ouders, die bij zijn tante in het buurhuis komt wonen. Tante is vaak weg, maar Dash wordt liefdevol opgevangen in het gezin van Lucy en haar ouders. Ze genieten van de verhalen die Lucy’s vader ’s avonds bij het haardvuur vertelt. Verhalen over vroeger, ook over de MS Jubilee. Het schip is vergaan met aan boord de verrader Frederick Hanford, zo gaat althans het verhaal. Maar niemand weet waar het wrak ligt. Lucy raakt geobsedeerd door deze geschiedenis, en na haar studie maritieme archeologie probeert ze subsidie te krijgen voor een project om de MS Jubilee te vinden.