De Heilige Geest in het Nieuwe Testament (3)
We hebben gekeken naar de verhouding tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en hoe die laatste in het Oude Testament beschreven wordt. Deze keer zien we hoe de Heilige Geest in het Nieuwe Testament naar voren komt.
Handelingen 2
Maar voor we dat doen is het goed om toch nog even terug te grijpen naar het vorige artikel. Toen schreef ik dat we in het Oude Testament drie beperkingen of grenzen zien als het gaat over het werk van de Heilige Geest. Dat waren de beperkingen tot Israël, beperkt in tijd en beperkt tot een enkeling met een speciale opdracht.
Met dat in ons achterhoofd gaan we samen kijken naar de uitstorting van de Heilige Geest zoals die beschreven wordt in Handelingen 2. Na de hemelvaart van de Heere Jezus zijn de leerlingen bij elkaar gebleven in afwachting van de vervulling van de belofte die Jezus hen gegeven had. Ze zouden de Heilige Geest ontvangen, niet lang na de Hemelvaart (Hand. 1:5). Op de dag van het tweede grote jaarfeest, de dag van het Pinksterfeest, waarop de eerste vruchten geofferd werden, het feest dat precies 50 dagen na het Paasfeest en de uittocht uit Egypte begon, zijn ze nog steeds bij elkaar. En op die dag wordt de Heilige Geest uitgestort.