De hemelvaartsdag is zeker niet de populairste van de christelijke
feestdagen. Hij wordt dan ook vaak het stiefkind onder de christelijke
feesten genoemd. De kerken zijn vaak leger, er is immers zoveel te doen
op de hemelvaartsdag. Allerlei buitenevenementen worden georganiseerd:
dauwtrappen, tractor pulling, concoursen en sporten in velerlei soorten.
Daarbij spreekt het hemelvaartsfeit de moderne kerkganger niet zo maar
aan als dat vroeger het geval was. Er is meer weerstand tegen de
hemelvaart van Christus. Zo?n gebeuren past niet meer in ons moderne
wereldbeeld, waarin de aarde als een speldenknopje zweeft in een
onmetelijk heelal. Waar zou je de hemel moeten zoeken? Ergens boven ons?
Maar als Chinezen en wij beiden naar boven wijzen, dan wijzen we
precies de andere kant op. En als er al een hemel zou zijn, hoeveel
lichtjaren moet die dan niet van ons planeetje verwijderd zijn? En hoe
is het mogelijk dat iemand zo?n afstand in zo korte tijd overbrugt? Onze
voorvaderen hadden geen moeite met zulke vragen. Ook wat dit betreft
was voor hen het geloof een bewijs van de zaken, die men niet ziet. Maar
bij ons, kerkgangers van de 21e eeuw, leven ze en zeker bij de
jongeren.
Bovendien, het gebeuren op de hemelvaartsdag is uiterst sober. Er vinden
geen indruk?wekkende dingen plaats als Jezus ten hemel vaart. Geen
engelenkoor, geen aarde die beeft, geen rotsen die scheuren, geen doden
die verrijzen. Nee, we zien op de berg, vanwaar Jezus opstijgt, een
rustig tafereel. Hij spreekt nog enkele woorden en wordt dan voor de
ogen van Zijn discipel opgenomen. Maar dan is het ook snel voorbij. Een
wolk onttrok Hem aan hun ogen, schrijft Lukas in Handelingen 1. Alles
voltrekt zich schijnbaar in vrede. Schijnbaar, want boven die wolk
gebeurde meer. Lukas laat ons meekijken vanaf de aarde. Johannes laat
ons echter in Openbaring 12 meekijken in de hemel. En daar zie je dat de
hemelvaart gepaard is gegaan met geweld en strijd. Inderdaad, oorlog in
de hemel.
Lees meer: Strijd en overwinning op hemelvaartsdag
In de eerste twee artikelen heeft u kunnen lezen hoe Wiebe van der Heide
ertoe kwam om te gaan wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika en over
de eerste jaren aldaar. In dit derde ar-tikel leest u hoe zijn vrouw,
Simone Poen, deel kreeg aan het werk in de sloppenwijk. Ik leerde
Wiebe kennen in 1996 tijdens het Flevo Totaal Festival, een rustige
verlegen jongen. Hij woonde en werkte in Oostenrijk en nodigde mij en
een vriendin uit om bij hem op bezoek te komen. Ik zag dat wel zitten en
we kwamen voor een weekend. Een aantal maanden later vertelde Wiebe mij
dat hij ging wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika om daar Gods
liefde met de mensen te delen. We onderhielden contact per post. Als hij
in Nederland was, kwam hij altijd even langs. Op ??n van die bezoekjes
nam ik hem mee naar de film, ?Shakespeare in love?. Eindelijk kwam eind
2000 de lang verwachte brief met daarin de vraag: ?Zou je bij mij op
bezoek willen komen?? Begin 2001 ging ik naar Zuid-Afrika. Wiebe
haalde mij op van het vliegveld. Ik vertelde hem direct dat ik niet van
plan was in Zuid-Afrika te gaan wonen, omdat in Nederland er ook ge-noeg
werk onder jongeren is. Wiebe zei dat we eerst maar eens naar zijn huis
moesten gaan. Zodra we de sloppenwijk binnenreden, wist ik dat het toch
Zuid-Afrika moest zijn. Tijdens mijn bezoek besloten we te gaan
trouwen; dat deden we in juli 2001. Toen ik bij Wiebe op bezoek was, was
hij net bezig een huis te gaan huren van de gemeente. Dit huis was
opge-kocht voor uitbreiding van de sloppenwijk. Het huis lag aan de rand
van de wijk en hier gin-gen wij na ons huwelijk wonen.
Lees meer: Wees een vader (3)
In ons land hebben we ontzettend veel gebouwen en lokaliteiten waar
vergaderd wordt. Je kunt bijna stellen, dat er een hele industrie op is
afgestemd / afgesteld. Wat zou Den Haag zijn zonder al die
regeringsgebouwen? De hele vergadercultuur gaat ook de kerk niet
voorbij. Op zich is dat niet erg, maar is het wel zo effici?nt? Die
vraag werd gesteld tijdens een redactievergadering van het Kerkblad voor
het Noorden. In dit artikel wordt een poging gedaan een aantal zaken
bloot te leggen en hier een antwoord op te geven.
Toen die vraag op mij afkwam, ben ik eerst eens gaan uitzoeken wie en
wat er zoal vergadert binnen de kerkelijke muren. Al snel had ik een
lange rij geledingen, dat regelmatig bijeen komt: kerkenraad (breed en
smal), moderamen, diaconie, jeugdraad, catecheseteam, bestuur
zondagsschool, zusterkring, wijkteams, heel veel commissies en
subcommissies, enz. Allemaal onderdelen binnen de kerkelijke
organisatie, die regelmatig bijeen komen om diverse zaken met elkaar te
bespreken. Voor sommige mensen een prachtige hobby, maar voor anderen
een voortdurende kwelling. Ik geef twee voorbeelden.
Voorbeeld I
Broeder Jaap is diaken. Hij heeft een vrij drukke baan, maar is meestal
's avonds tegen zessen thuis om met zijn vrouw Gerdien en de kinderen te
eten. Maar vanavond is het anders. Een goede vriend hield hem aan de
praat en zo kon het gebeuren, dat Jaap pas tegen zeven uur thuis komt en
Gerdien nog wat eten voor hem opwarmt. ?Moest jij vanavond niet naar de
kerkenraad?, vraagt Gerdien. Dat is waar ook, denkt Jaap. De agenda +
bijlagen heb ik wel gekregen, maar waar gaat het vanavond eigenlijk
over? Hij komt tot de ontdekking, dat hij niets daarvan gelezen heeft.
Vlug kleedt hij zich om en komt tien minuten te laat op de vergadering.
Hij geeft de voorzitter een hand en mompelt wat verontschuldigingen.
Lees meer: Effici?nt vergaderen, ook in de kerk?
De heer B. Compaan heeft jarenlang in het onderwijs gewerkt. Hij
organiseerde, samen met collega?s, reizen naar Auschwitz voor de
leerlingen van zijn school. De heer Compaan heeft zich in de loop der
tijd erg verdiept in alles wat er in dit kamp is gebeurd. Ook nu hij
niet meer werkt, verzorgt hij nog steeds reizen naar Auschwitz, het
concentratiekamp waar gruwelijke dingen zijn gebeurd.
Het liefst gaat hij met mensen die een godsdienstige achtergrond hebben.
Eerst wil ik iets vertellen over de geschiedenis over het ontstaan van
dit concentratiekamp.
Toen Hitler Polen had verslagen was er o.a. in de stad Krakau veel
verzet. Vlakbij Krakau, in het plaatsje Oświęcim, was een Poolse
cavaleriekazerne. In 1940 werd besloten dit complex om te bouwen tot een
concentratiekamp. De naam van Oświęcim werd Auschwitz. De eerste
gevangenen waren politieke gevangenen, met name Poolse verzetsstrijders.
Ze werden erg mishandeld en vaak ook doodgeslagen. Het eten was
miserabel en te weinig. Zij hebben in korte tijd alles gereed gemaakt
voor grote groepen gevangenen. Dit heeft erg veel Polen en ook Russen
het leven gekost. In 1942 waren er op een gegeven moment 20.000 mensen
in de gebouwen ondergebracht. Zelfs de zolders en de kelders werden
?benut?. Dit is onmenselijk dachten de gevangenen. Dat was ook de
bedoeling van de Nazi?s.
Lees meer: Een bezoek aan Auschwitz