In ons land hebben we ontzettend veel gebouwen en lokaliteiten waar
vergaderd wordt. Je kunt bijna stellen, dat er een hele industrie op is
afgestemd / afgesteld. Wat zou Den Haag zijn zonder al die
regeringsgebouwen? De hele vergadercultuur gaat ook de kerk niet
voorbij. Op zich is dat niet erg, maar is het wel zo effici?nt? Die
vraag werd gesteld tijdens een redactievergadering van het Kerkblad voor
het Noorden. In dit artikel wordt een poging gedaan een aantal zaken
bloot te leggen en hier een antwoord op te geven.
Toen die vraag op mij afkwam, ben ik eerst eens gaan uitzoeken wie en
wat er zoal vergadert binnen de kerkelijke muren. Al snel had ik een
lange rij geledingen, dat regelmatig bijeen komt: kerkenraad (breed en
smal), moderamen, diaconie, jeugdraad, catecheseteam, bestuur
zondagsschool, zusterkring, wijkteams, heel veel commissies en
subcommissies, enz. Allemaal onderdelen binnen de kerkelijke
organisatie, die regelmatig bijeen komen om diverse zaken met elkaar te
bespreken. Voor sommige mensen een prachtige hobby, maar voor anderen
een voortdurende kwelling. Ik geef twee voorbeelden.
Voorbeeld I
Broeder Jaap is diaken. Hij heeft een vrij drukke baan, maar is meestal
's avonds tegen zessen thuis om met zijn vrouw Gerdien en de kinderen te
eten. Maar vanavond is het anders. Een goede vriend hield hem aan de
praat en zo kon het gebeuren, dat Jaap pas tegen zeven uur thuis komt en
Gerdien nog wat eten voor hem opwarmt. ?Moest jij vanavond niet naar de
kerkenraad?, vraagt Gerdien. Dat is waar ook, denkt Jaap. De agenda +
bijlagen heb ik wel gekregen, maar waar gaat het vanavond eigenlijk
over? Hij komt tot de ontdekking, dat hij niets daarvan gelezen heeft.
Vlug kleedt hij zich om en komt tien minuten te laat op de vergadering.
Hij geeft de voorzitter een hand en mompelt wat verontschuldigingen.
Lees meer: Effici?nt vergaderen, ook in de kerk?
In de eerste twee artikelen heeft u kunnen lezen hoe Wiebe van der Heide
ertoe kwam om te gaan wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika en over
de eerste jaren aldaar. In dit derde ar-tikel leest u hoe zijn vrouw,
Simone Poen, deel kreeg aan het werk in de sloppenwijk. Ik leerde
Wiebe kennen in 1996 tijdens het Flevo Totaal Festival, een rustige
verlegen jongen. Hij woonde en werkte in Oostenrijk en nodigde mij en
een vriendin uit om bij hem op bezoek te komen. Ik zag dat wel zitten en
we kwamen voor een weekend. Een aantal maanden later vertelde Wiebe mij
dat hij ging wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika om daar Gods
liefde met de mensen te delen. We onderhielden contact per post. Als hij
in Nederland was, kwam hij altijd even langs. Op ??n van die bezoekjes
nam ik hem mee naar de film, ?Shakespeare in love?. Eindelijk kwam eind
2000 de lang verwachte brief met daarin de vraag: ?Zou je bij mij op
bezoek willen komen?? Begin 2001 ging ik naar Zuid-Afrika. Wiebe
haalde mij op van het vliegveld. Ik vertelde hem direct dat ik niet van
plan was in Zuid-Afrika te gaan wonen, omdat in Nederland er ook ge-noeg
werk onder jongeren is. Wiebe zei dat we eerst maar eens naar zijn huis
moesten gaan. Zodra we de sloppenwijk binnenreden, wist ik dat het toch
Zuid-Afrika moest zijn. Tijdens mijn bezoek besloten we te gaan
trouwen; dat deden we in juli 2001. Toen ik bij Wiebe op bezoek was, was
hij net bezig een huis te gaan huren van de gemeente. Dit huis was
opge-kocht voor uitbreiding van de sloppenwijk. Het huis lag aan de rand
van de wijk en hier gin-gen wij na ons huwelijk wonen.
Lees meer: Wees een vader (3)
Meer dan driehonderd mannen en vrouwen, meest ouderen en enige jongeren,
kwamen van 19 september 2009 - 20 maart 2010 op negen zaterdagen bijeen
voor de Vormingscursus in de Chr. Geref. Kerken. In Apeldoorn,
Drachten, Goes en Sliedrecht behandelden hoogleraren en predikanten
onderwerpen over identiteit en seksualiteit, het pastoraat, de
belijdenisgeschrif-ten, de apostel Paulus en het bijbelboek Dani?l. In
twee artikelen geef ik een impressie van het onderwerp dat voor mijn
rekening kwam: onze Oecumenische Belijdenissen. In het eerste artikel
werd ingegaan op vroege vormen van belijden en ging het over de vormen
van belijden. We bespraken het eerste van de drie oecumenische
belijdenisgeschriften: de Belijdenis van Nicea uit het jaar 325. In dit
tweede artikel bespreken we de twee andere oecumenische
belijdenisgeschriften.
We kunnen aannemen dat het Concilie van Constantinopel in 381
Apollinaris veroordeelde. Van dat concilie hebben we echter geen
notulen. Pas 70 jaar later kwam de belijdenis die daar is opgesteld
?boven water?, in de handelingen van het belangrijke concilie van
Chalcedon in 451. Daar werd het symbool van Constantinopel 381
aangehaald als het Credo van Nicea! En nog altijd gebruiken we die naam
voor wat beter de Belijdenis van Nicea-Constantinopel heet!
Lees meer: Onze Oecumenische Belijdenissen (2)
De heer B. Compaan heeft jarenlang in het onderwijs gewerkt. Hij
organiseerde, samen met collega?s, reizen naar Auschwitz voor de
leerlingen van zijn school. De heer Compaan heeft zich in de loop der
tijd erg verdiept in alles wat er in dit kamp is gebeurd. Ook nu hij
niet meer werkt, verzorgt hij nog steeds reizen naar Auschwitz, het
concentratiekamp waar gruwelijke dingen zijn gebeurd.
Het liefst gaat hij met mensen die een godsdienstige achtergrond hebben.
Eerst wil ik iets vertellen over de geschiedenis over het ontstaan van
dit concentratiekamp.
Toen Hitler Polen had verslagen was er o.a. in de stad Krakau veel
verzet. Vlakbij Krakau, in het plaatsje Oświęcim, was een Poolse
cavaleriekazerne. In 1940 werd besloten dit complex om te bouwen tot een
concentratiekamp. De naam van Oświęcim werd Auschwitz. De eerste
gevangenen waren politieke gevangenen, met name Poolse verzetsstrijders.
Ze werden erg mishandeld en vaak ook doodgeslagen. Het eten was
miserabel en te weinig. Zij hebben in korte tijd alles gereed gemaakt
voor grote groepen gevangenen. Dit heeft erg veel Polen en ook Russen
het leven gekost. In 1942 waren er op een gegeven moment 20.000 mensen
in de gebouwen ondergebracht. Zelfs de zolders en de kelders werden
?benut?. Dit is onmenselijk dachten de gevangenen. Dat was ook de
bedoeling van de Nazi?s.
Lees meer: Een bezoek aan Auschwitz
In het eerste artikel heeft u kunnen lezen hoe Wiebe van der Heide ertoe
kwam om te gaan wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika. In dit artikel
leest u over zijn vertrek en de eerste jaren daar.
Tijdens mijn verblijf op het medisch schip de Anastasis ontmoette ik een
Zuid-Afrikaanse blanke jonge man. Joop (dit is niet zijn echte naam)
woonde in een sloppenwijk met als doel evangelisatiewerk te doen onder
de inwoners die allen Xhosa?s zijn.
Voordat ik eind februari 1997 het schip moest verlaten om mijn werk in
Oostenrijk te hervat-ten, hadden Joop en ik plannen gemaakt, zodat ik
terug kon komen om hem te helpen met het evangelisatiewerk. Terug in
Oostenrijk begon ik direct met de aanvraag van een verblijfsver-gunning
voor Zuid-Afrika die ik in juni ontving. Hierna stuurde ik een brief
naar Joop met het bericht dat mijn aanvraag was goedgekeurd en dat ik zo
spoedig mogelijk zou komen. Eveneens nam ik ontslag en reisde naar
Nederland om afscheid te nemen van mijn familie en bekenden. In
Nederland boekte ik de reis naar Zuid-Afrika.
Toen werd ik gebeld door Joop. Hij vertelde me dat hij niet meer in de
wijk woonde, omdat het werk hem te zwaar was geworden. Hij was
teruggegaan naar zijn ouderlijk huis (1000 km bij de sloppenwijk
vandaan). Mijn hele wereld leek in te storten. Wat moest ik nu doen? Een
dag lang kon ik niet bidden. Toen kwam het verhaal van Abraham bij mij
boven. Abraham moest gaan naar een land dat hij niet kende en in ??n van
de laatste kerkdiensten in Oosten-rijk hadden we het volgende lied
gezongen: ?Ga Abraham, ga.? En in mijn hart hoorde ik God zeggen: ?Ga.?
Zo vaak heb ik gewankeld in mijn vertrouwen in Gods leiding, maar altijd
weer bevestigt God Zijn handelingen.
Lees meer: Wees een vader (2)