{mosimage}De (derde) serie Commentaar op het Nieuwe Testament is voltooid. Het hier besproken com-mentaar is het laatste deel over een Bijbelboek. Daarna is nog een laatste algemeen deel over de apostelen verschenen. Prof. J. van Bruggen is de motor achter deze serie geweest. We mogen hem daar dankbaar voor zijn. We mogen God dankbaar zijn dat hij de kracht heeft gekregen en de mensen heeft gevonden om dit project tot stand te brengen, zodat er een goed en gereformeerd commentaar op het NT is ontstaan voor mensen van de eenentwintigste eeuw.

Op de titelpagina wordt vermeld dat dr. Jakob van Bruggen een bijdrage aan dit commentaar heeft geleverd, en wel de verklaring van Hebr. 10:19-13:25. In het woord vooraf vertelt Van de Kamp waarom. Hij aanvaardde Van Bruggens aanbod deze bijdrage te leveren, omdat het risico bestond dat hij als gemeentepredikant te lang bezig zou zijn met de voltooiing van dit commentaar.
Zoals gebruikelijk begint dit commentaar met een inleiding waarin aandacht wordt gegeven aan vragen zoals: wie schreef deze brief aan wie en waarom. Wat de auteur betreft sluit Van de Kamp zich aan bij de dikwijls geciteerde woorden van Origenes: wie de brief schreef, weet alleen God.
Wie de geciteerde woorden in hun verband leest, ontdekt dat Origenes schrijft dat hij ervan overtuigd is dat Paulus de auteur van Hebreeën is, maar dat hij niet weet wie de brief op pa-pier heeft gezet. Dat schreef prof. dr. B. Zuiddam in een artikel in het RD van 16 oktober 2010, als reactie op de verschijning van dit commentaar.

{mosimage}Hoe komt het dat christenen steeds gemakkelijker mee lijken te kleuren met hun omgeving? Wat is er de oorzaak van dat het koninkrijksdenken ons niet langer bezielt en dat we Gods water maar over Gods akker laten stromen? Waarom dromen mensen nog maar zo weinig over een betere wereld waarop vrede en gerechtigheid wonen en laten mensen onmachtig en moedeloos de schouders hangen? Wat onderscheidt de koninkrijkskinderen van de gemiddelde wereldburger?

Paulus benadrukt op verschillende plaatsen en manieren dat Gods kinderen burgers zijn van een rijk in de hemel, van een beter Vaderland en dat dit grote consequenties heeft voor de manier waarop wij hier en nu in het leven staan. Jezus betuigt nadrukkelijk dat zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Het evangelie is wel vóór de mens, maar niet náár de mens. Het komt nooit in ons straatje. Het is altijd tegen het zere been. Daarom denk ik dat er iets niet deugt als we denken dat we hier op aarde zijn om het naar onze zin te hebben of als het inmiddels zover is dat dat al zo is. We hebben het hier prima; we hebben het goed en het gaat goed. Welk appèl doet de gebrokenheid van het bestaan dan nog op ons?

{mosimage}Te modern en een nodeloze nieuwigheid. Dat was een reactie van predikanten in 1637 bij de verschijning van de nieuwe vertaling, de Statenvertaling. Het gewone kerkvolk vroeg zich af of zij misschien jarenlang een valse Bijbel hadden gelezen. In 1643 sprak een predikant uit Elburg nog steeds over de SV als een oneerbare nieuwigheid.

Op 4 december 2010 werd de Herziene Statenvertaling (HSV) gepresenteerd. Deze versie van de SV roept ook scherpe afwijzing op, vooral in de gereformeerde gezindte. Maar er zijn ook veel positieve reacties, zowel binnen als buiten de gereformeerde gezindte. Hier volgt mijn reactie.

Herzien
Het initiatief voor de herziening van de SV ging uit van de Gereformeerde Bond. Dat gebeur-de vanuit de overtuiging dat de SV de beste Nederlandse vertaling van de Bijbel is, maar met een verouderde taal voor mensen van nu, vooral voor de jeugd.
Er werd een stichting gevormd met leden uit de genoemde Bond, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. Deze stichting begon in 2002 met de noodzakelijk geachte herziening.
Om twee redenen twijfelde ik aan die noodzaak.

{mosimage}Een poosje geleden besprak ik in dit blad van deze schrijver het boek Als God ver weg voelt. Van de hand van deze apologeet (verdediger van het christelijk geloof) verscheen ook Jezus en de goden. In zijn voorwoord geeft Zacharias aan dat hij dit boek schrijft in een postmodern klimaat: je kunt denken wat je wilt, zolang je maar niet beweert dat dat de waarheid is. Een klimaat met veel ‘waarheden’. De schrijver sluit zich niet aan bij dat klimaat. Hij stelt: “Het klimaat is veranderlijk. De waarheid niet” (12).

In Jezus en de goden verdedigt hij de ‘uitzonderlijkheid van de christelijke boodschap’. Het idee dat alle godsdiensten (uiteindelijk) gelijk zijn is niet zijn idee. Dat idee deed de schrijver op in India waar hij opgroeide en die opvatting wordt ook in de westerse wereld door velen gedeeld. Er zijn meer wegen die tot de waarheid leiden. De openheid die doorklinkt in het ‘meer wegen-concept’ is schijn. “Iemand die zegt: ‘Je moet overal voor openstaan’ bedoelt eigenlijk: ‘Je moet overal voor openstaan waar ik voor opensta, en alles waar ik het mee oneens ben, daar moet jij het ook mee oneens zijn”.

Vraag:
De laatste tijd heb ik me intensief verdiept in de bijbel en ook belijdenis van mijn geloof af mogen leggen. Eigenlijk vind ik alles heel mooi en rijk in het geloof: het evangelie, de kerkdiensten, de psalmen en de omgang met de Heere. Maar een ding vind ik heel erg moeilijk te verwerken, namelijk de leer van het eeuwig verderf. Ik kan dat niet alleen moeilijk rijmen met de liefde van God, maar eeuwig straffen lijkt me ook disproportioneel, zeker t.o.v. degenen die nooit in aanraking met het evangelie zijn gekomen.

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...