In het eerste artikel heeft u kunnen lezen hoe Wiebe van der Heide ertoe
kwam om te gaan wonen in een sloppenwijk in Zuid-Afrika. In dit artikel
leest u over zijn vertrek en de eerste jaren daar.
Tijdens mijn verblijf op het medisch schip de Anastasis ontmoette ik een
Zuid-Afrikaanse blanke jonge man. Joop (dit is niet zijn echte naam)
woonde in een sloppenwijk met als doel evangelisatiewerk te doen onder
de inwoners die allen Xhosa?s zijn.
Voordat ik eind februari 1997 het schip moest verlaten om mijn werk in
Oostenrijk te hervat-ten, hadden Joop en ik plannen gemaakt, zodat ik
terug kon komen om hem te helpen met het evangelisatiewerk. Terug in
Oostenrijk begon ik direct met de aanvraag van een verblijfsver-gunning
voor Zuid-Afrika die ik in juni ontving. Hierna stuurde ik een brief
naar Joop met het bericht dat mijn aanvraag was goedgekeurd en dat ik zo
spoedig mogelijk zou komen. Eveneens nam ik ontslag en reisde naar
Nederland om afscheid te nemen van mijn familie en bekenden. In
Nederland boekte ik de reis naar Zuid-Afrika.
Toen werd ik gebeld door Joop. Hij vertelde me dat hij niet meer in de
wijk woonde, omdat het werk hem te zwaar was geworden. Hij was
teruggegaan naar zijn ouderlijk huis (1000 km bij de sloppenwijk
vandaan). Mijn hele wereld leek in te storten. Wat moest ik nu doen? Een
dag lang kon ik niet bidden. Toen kwam het verhaal van Abraham bij mij
boven. Abraham moest gaan naar een land dat hij niet kende en in ??n van
de laatste kerkdiensten in Oosten-rijk hadden we het volgende lied
gezongen: ?Ga Abraham, ga.? En in mijn hart hoorde ik God zeggen: ?Ga.?
Zo vaak heb ik gewankeld in mijn vertrouwen in Gods leiding, maar altijd
weer bevestigt God Zijn handelingen.
Lees meer: Wees een vader (2)
Meer dan driehonderd mannen en vrouwen, meest ouderen en enige jongeren,
kwamen van 19 september 2009 - 20 maart 2010 op negen zaterdagen bijeen
voor de Vormingscursus in de Chr.Geref. Kerken. In Apeldoorn,
Drachten, Goes en Sliedrecht behandelden hoogleraren en predikanten
onderwerpen over identiteit en seksualiteit, het pastoraat, de
belijdenisgeschriften, de apostel Paulus en het bijbelboek Dani?l. In
twee artikelen geef ik een impressie van het onderwerp dat voor mijn
rekening kwam: onze Oecumenische Belijdenissen.
De geschiedenis van de Vroege Kerk maakt wel duidelijk waarom het
belijden van het geloof nodig was. Dat was trouwens in het Nieuwe
Testament al duidelijk. Geloven met het hart en belijden met de mond
horen bij elkaar (Rom. 10:10). Er zit iets in van het recht dat God op
ons hele leven heeft als Schepper. Ziel en lichaam zullen van Hem zijn!
Denk aan zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. De kerk van alle
tijden is dan ook nooit zonder belijden geweest. De katholieke kerk ?
van altijd en overal ? werd al vroeg gekend aan haar katholieke
belijdenis. En die is dus nog altijd onze belijdenis! Daar heb je het
belang van de ?Vroege kerk? voor ons! De grondvorm van alle belijden, al
in het Nieuwe Testament, is: ?Jezus is Heer? (1 Kor. 12:3; Filp. 2:11;
Joh. 20:31), en gaat op sommige plaatsen al in de richting van het
belijden van de Drie-eenheid (1 Joh. 2:22v, 4:1; 5:6). Maar ook na de
periode van het Nieuwe Testament blijft belijden aan de orde.
Lees meer: Onze Oecumenische Belijdenissen (1)
Jaarboek van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland 2010, onder redactie van de dominees G.P.M.v.d.Linden, D. Quant, R.W.J. Soeters en H.J.Th. Velema, uitgave van Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, prijs ? 10,50. Ook voor ? 10,50 verkrijgbaar op cd-rom, combinatieprijs ? 12,90.
Het nieuwe Jaarboek van de CGK is weer uit. Het kost slechts een paar dubbeltjes meer dan vorig jaar, hoewel de redactie is uitgebreid met ds. Quant. Wie deze nieuwe uitgave aanschaft, kan zijn vorige exemplaar geven aan een be-langhebbende die er geen geld voor (over) heeft een nieuw jaarboek te kopen. Die kan zich dan ook weer een jaar redden, al zal hij meer dan eens mis grijpen. Want er is veel in beweging. Ik neem alleen maar mijn eigen gegevens: emeritus, verhuisd naar Amersfoort, een ander (email)adres, telefoonnummer en bankrekeningnum-mer. In 2009 is aan nog zeven andere predikanten emeritaat verleend. Er zijn daar-door 60 emerituspredikanten. Er zijn slechts 143 dienstdoende predikanten, 134 in een gemeente, 19 in andere taken. Bovendien komen er in verhoudingen weinig nieuwe predikanten bij. Dat geeft zorg.
Lees meer: Jaarboek 2010
Kerkgangers horen graag preken over de gelijkenissen van Jezus. Dat zijn
immers verhalen uit het leven gegrepen, ter verduidelijking van Jezus?
verkondiging? Maar volgens Jezus zelf zijn zijn gelijkenissen niet zo
eenvoudig als ze lijken, zie Matth 13:10-17.
Neem bijvoorbeeld de gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes.
Dikwijls preken dominees over deze gelijkenis alsof het verhaal helder
is en de toepassing ook. Zij wijzen op de ge-woonten bij een bruiloft in
de tijd van Jezus. Maar wat een verschil in de uitleg van deze
ge-lijkenis. Het is dan ook een gelijkenis waarbij veel vragen te
stellen zijn.
Lees meer: De gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes
Onze brief zijt gij, geschreven in
onze harten, kenbaar en leesbaar voor alle mensen, daar gij toont een
brief van Christus te zijn, door onze dienst opgesteld, niet met inkt
geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van
steen, maar op tafelen van vlees in de harten. 2
Korinte 3:2-3
Op vakantie bezochten mijn vrouw en ik een kerkdienst in een gemeente
van de Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika. De vormen waren een
beetje anders dan in de thuisge-meente, maar de preek over 2 Korinte
3:2-3 had zo in een CGK gehouden kunnen worden.
Kort gezegd kwam de preek hierop neer: elke christen moet een leesbare
brief van Christus zijn. Anderen moeten aan je kunnen zien dat je een
christen bent. Zo heb ik in de CGK ook vaak over deze tekst horen
preken. Met die persoonlijke toepassing, als een app?l tot
zelfon-derzoek en als een oproep het evangelie uit te dragen. Maar
volgens mij vloeit die toepassing niet voort uit wat Paulus schrijft.
Lees meer: De gemeente is een brief van Christus