Spinnig
Ineens was zij daar. Voor het raam van mijn studeerkamer. Een grote, dikke kruisspin. Druk doende met de zilveren draden uit haar lijf. Spinnend in haar web. Vol bewondering heb ik een tijdje naar die ijverige spin zitten kijken. Wat een bedrijvigheid. Wat een energie. Wat een vakmanschap. Natuurlijk, ik weet het... ook een spin moet de winter kunnen overleven. De volgende dag was het schouwspel nog veel mooier. Je begrijpt het al... het had die nacht gevroren en het spinrag was bedekt met het bevroren vocht uit de lucht. En toen kwam de ochtendzon op de witte rijp. Wat kan de natuur geweldig mooi zijn als je er oog voor hebt. Ik las over spinnen in het blad van Natuurmonumenten. Hoe fascinerend het vernuft is van hun vangmethoden. Dat gaat van een vermomming als bloemblaadje... tot het rondslingeren van een kleefdraad met een balletje eraan.