Op vrijdag 01 oktober was het feest in Apeldoorn. Ons redactielid Jan van 't Spijker promoveerde op een proefschrift met als titel 'To Participate in God's Mission: looking for an ecclesial structure to be a witnessing church today'. In dit boek gaat de promovendus op zoek naar de vraag hoe kerk-zijn vorm gegeven moet worden in een missionaire context. Ook in onze CGK zijn er sinds de GS van 2004 'zendingsgemeenten' en 'normale gemeenten', terwijl dat een oneigenlijk onderscheid is als de kerk in haar wezen missionair is. Een ander historisch besluit in 2004 was het in het leven roepen van de evangelist.

 

Het boek van Jan van 't Spijker wil een bijdrage leveren aan een antwoord op de vraag hoe kerk-zijn in een missionaire context er uit ziet. Hoe moet je nu tegen zulke gemeenten aankijken?

 

Op onze redactievergaderingen van het ‘Kerkblad voor het Noorden’ wordt altijd een stapeltje boeken uitgedeeld. Het is zaak om dan niet te begerig te zijn. De bedoeling is natuurlijk dat de uitgedeelde boeken gerecenseerd worden. Ik was zeer dankbaar dat de mederedactieleden mij het boek ‘Hij is goed, hij is de Koning’ van Wolter Rose gunden. De auteur is hoofddocent Semitische Talen en Culturen aan de Theologische Universiteit in Kampen. Ik ben al een tijdje gefascineerd door deze Kamper taalkundige. Daar steekt onder andere wat  jaloezie achter, of misschien kan ik beter zeggen, verlangen. Wat had ik graag Hebreeuws, Aramees en Grieks geleerd. Het heerlijke Woord van God lezen in de taal waarin het geschreven is.

De wortels van ons kerkverband liggen in de tweede helft van de zestiende eeuw – de synode van Emden. Men koos er voor een presbyteriaal-synodale kerkregering. de plaatselijke kerken zijn zelfstandig, maar verbinden zich tot een geheel door middel van kerkelijke vergaderingen. Dat levert spanning op, als het accent of te veel op het ene of te veel op het andere brandpunt komt te liggen.

 

Het gezag

Hoe ligt nu de verhouding tussen de meerdere vergaderingen en de plaatselijke kerk?

Allereerst dienen we oog te hebben voor de verschillende aard van het gezag. Het gezag dat een kerkenraad heeft over een gemeente komt van Christus zelf. Hij geeft zijn gemeente ambtsdragers om haar te bouwen en te bewaren. Zij spreken en beslissen op grond van het gezag dat ze van Christus gekregen hebben.

Het gezag van meerdere vergaderingen is een afgeleid en beperkt gezag. Daardoor hebben deze vergaderingen een beperkte, dienende macht.

De afgevaardigden komen niet samen namens hun ambt, maar ten gevolge van afvaardiging. Meerdere vergaderingen zijn samenkomsten van kerken en niet van ambtsdragers. Zij handelen niet krachtens hun ambt, maar volgens de constitutie en afvaardiging van plaatselijke kerken.

Plaatselijke kerken en meerdere vergaderingen horen bij elkaar en vormen een geheel.

 

We zaten te eten in de mensa, zeg maar de kantine van de Universiteit van Amsterdam. Een goedkope eetgelegenheid voor studenten, maar gelukkig ook voor andere hongerigen toegankelijk. Die dag had ik een gast. Een student van het Hersteld Hervormd Seminarie. Daar deed hij niet geheimzinnig over. Hij was keurig gekleed in driedelig zwart pak. We vielen zo wel een beetje op. Nadat we onze maaltijd bij elkaar gesprokkeld hadden zetten we ons aan een tafeltje en namen tijd voor gebed. Niet veel later schoof een wat sjofel geklede, gebogen oude man langs ons tafeltje. ‘Een mooi gebaar’, zei hij in het voorbijgaan. Ik kon niet goed inschatten met wie we van doen hadden. Was het een thuisloze die zijn beste klofje had aangetrokken, of was het misschien een emeritus professor die gaandeweg wat minder aandacht voor decorum had gekregen? Hoe dan ook, hij had gezien wat we deden en had daar een positieve mening over. ‘Een mooi gebaar’. Die gebeden aan de eettafel zijn eigenlijk een soort biddag en dankdag in het klein. Voor we gaan eten vragen we een zegen, na het eten danken we.

 

Het gebod dat volgens de gereformeerde telling het zevende is – en volgens de lutherse en rooms-katholieke traditie het zesde – luidt: U zult niet echtbreken. Dit gebod wordt ook wel weergegeven met: Pleeg geen overspel.

 

Dit gebod diende in het oude Israël het welzijn van mens en samenleving. God heeft zijn geboden gegeven zodat we in ons dagelijks leven niet verongelukken, maar geluk en welzijn ontvangen en beleven.

 

Vrijheid

Deze geboden dienen eveneens de ordening van het burgerlijk leven. Echtbreuk was in het oude Israël geen privézaak, maar een zaak waarover 'in de poort' moest worden gesproken. Zo is het toch nog steeds. Waar een huwelijk breekt, lijden niet alleen de desbetreffende ex-gehuwden schade. Uiteindelijk lijdt heel de samenleving door huwelijksontrouw schade.

Commentaar

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...

  • Horrorgezinnen 2024-08-31 08:28:17

    Wat een pijnlijke vertoning op de onlangs gehouden democratische conventie in Chicago. Niet ver...