Reinier Sonneveld heeft de kerken – opnieuw – geconfronteerd met vragen waar al eeuwen over na wordt gedacht. Hoe moet je precies het lijden en sterven van Christus verstaan en wat betekent het nou? Wat heeft zijn lijden en sterven tot stand gebracht, en in welk licht moet je dat zien? Sonneveld schreef dit boek omdat hij een diep verlangen herkende bij zichzelf om het echte verhaal van Jezus te ontdekken en te vertellen. Dat begint met die weergaloze weergave van Markus 1:15 waar Jezus zegt dat het Koninkrijk van God nabij is gekomen omdat de tijd vervuld is. Daarom is er de oproep tot geloof en bekering. Maar waar gaat het dan allemaal om? Wat is nou de diepste inhoud en – dus – waarheid van het evangelie? Sonneveld belicht het helemaal vanuit dat begin en tekent het als de komst en doorbraak van het Koninkrijk. Dat zal werkelijkheid worden. De huidige wereldleider zal onttroond worden, en de werkelijk Vorst (met een hoofdletter) zal de troon bestijgen.

Bij veel geboden in de Bijbel weten we meteen dat deze tijdgebonden zijn. Ze zijn bepaald door de tijd waarin ze zijn gegeven. Denk bijvoorbeeld aan de ceremoniële wetten over de offerdienst, of de wetten over de sabbat. Wel kunnen we vaak in die geboden een diepere laag ontdekken die voor ons vandaag nog steeds van betekenis is. 

Eigenlijk heeft elk gebod in de Bijbel een diepere laag. Die laag vraagt om ontdekking. Daar wil de Heilige Geest bij helpen. Een eerste vereiste is wel dat je moet nagaan wat het desbetreffende gebod in de toenmalige tijd en cultuur precies beoogde. Anders kun je vandaag een lijn trekken vanuit het gebod naar onze tijd die niet – of althans niet in eerste instantie – door het desbetreffende gebod is bedoeld.

Elke vrijdag ontvang ik in mijn mailbox een nieuwsbrief die aandacht geeft aan de erbarmelijke situatie van vluchtelingen op, onder andere, het eiland Lesbos in de Middellandse Zee. In die nieuwsbrief wordt vooral ook gewezen op de manier waarop er – van verschillende kanten – aandacht wordt gegeven (of juist niet!) aan de situatie van die vluchtelingen. Aan het eind van die nieuwsbrief wordt elke week een gebed gepubliceerd, geschreven door voorgangers van kerken vanuit verschillende achtergronden. Een paar weken geleden werd ik benaderd om ook een keer zo’n gebed te schrijven. Dat heb ik gedaan. En als je dan gaat zitten om een gebed te ‘verwoorden’, komt heel duidelijk binnen wat er gebeurt, wat er aan de hand is. Ik schreef het volgende gebed:

Prof. dr. J.W. Maris is onder de indruk geraakt van een fascinerend fenomeen dat hij tijdens zijn verblijf aan de Costa Blanca (Spanje) heeft waargenomen. Meestal is daar aan de oostelijke hemel de morgenster duidelijk te zien. 'In de zuidelijker streken van Europa komt alles wat je aan de hemel ziet wat scherper op ons netvlies dan in Nederland.

Het doet ons wat op een of andere manier. Die morgenster is anders, veel helderder, en dichterbij dan wat je behalve de zon en de maan verder aan de hemel ziet. We weten wel dat wat we zien eigenlijk geen ster is. Het is de planeet Venus, die van alle planeten die samen met de aarde zich rondom de zon bewegen het dichtst bij ons, bij onze aarde staat. Maar deze morgenster heeft door de heldere schittering bij mensen altijd al iets opgeroepen dat anders is. Eeuwen door zijn er ook, in allerlei godsdiensten, goddelijke eigenschappen aan de morgenster toegeschreven. In de astrologie bijvoorbeeld – waarin vooral houvast aan fenomenen in de schepping wordt gezocht zonder aan de Schepper te denken – speelt ook de morgenster een rol. Maar die kant wil ik maar liever niet op! En toch doet die morgenster – die overigens ook de avondster is – ons wat.

De discussie over ‘de vrouw in het ambt’ wil in de Christelijke Gereformeerde Kerken maar niet verstommen. De tegenstanders beroepen zich onder andere op 1 Korinthe 14,34, waar staat dat vrouwen moeten zwijgen in de gemeenten. De voorstanders zeggen echter dat die tekst moet worden gelezen in de context van heel Paulus’ onderwijs aan de gemeente vanwege de wanordelijke samenkomsten.

Ds. H. Brons, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Vlaardingen, schreef vanuit de context, 1 Korinthe 11,3-12, een toegankelijk boekje over de hoofdbedekking van de vrouw tijdens de eredienst. Brons heeft zich grondig in deze kwestie verdiept en komt de volgende conclusies: - een vrouw die een hoofdbedekking draagt, eert God en zichzelf, en erkent de positie van haar man; - met haar hoed belijdt zij dat ze het gezag van koning Jezus erkent; - ze geeft met het dragen van een hoofdbedekking eenzelfde signaal als met de doop. 

Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...