Gelukkig wie zuiver van hart zijn (1)
Christus sprak een serie bijzonder troostrijke woorden toen Hij nog maar pas zijn discipelen had geroepen. Dat hadden ze ook wel nodig. Ze stonden voor een belangrijke opdracht. Ze moesten niets minder zijn dan het licht van de wereld en het zout van de aarde. Ze moesten de wereld ingaan, alle volken tot zijn leerlingen maken, en hen dopen in de naam van de Vader, Zoon en heilige Geest, en hen leren onderhouden alles wat Hij hen bevolen had.
Jezus bemoedigde zijn discipelen en bereidde hen voor op een bijzondere taak. Maar toen Hij hen riep, riep Hij eigenlijk heel zijn kerk. De taak van de kerk vandaag is de verkondiging van het evangelie.