?Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet? (Ex. 20: 7)
Het derde gebod zegt dat je de naam van de Heer niet mag misbruiken. Je mag de naam van de Here God niet zo maar noemen, omdat Hij een groot God is en we Hem ook mogen liefhebben. Zijn naam mag dus nergens anders voor gebruikt worden dan voor die dingen die Hij Zelf zou willen. Je mag dus niet vloeken of Zijn naam als een stopwoord gebruiken. Veel mensen zullen ?Jezus? of ?God? wel op zo?n manier gebruiken. Of ze gebruiken de naam van God als ze boos zijn of gefrustreerd. Vaak weten mensen helemaal niet eens waarom ze dat doen. Als je de naam van God wel misbruikt, dan ?besmet? je als het ware de naam van de Heer. Dat gebeurt trouwens ook wanneer je God voor je eigen karretje wilt spannen, bijvoorbeeld door te zeggen dat het de wil van God is als jij iets graag wilt. Maar als het noodzakelijk is om een getuige bij een eed of belofte te hebben, dan mag je Gods naam wel gebruiken, want God kent de waarheid. Hij Zelf is immers de waarheid. Net als bij het tweede gebod voegt God ook aan dit gebod een waarschuwing toe. Hij zegt dat de mensen die Zijn naam wel misbruiken niet vrijuit zullen gaan, maar Hij zal die mensen straffen. Daarmee wordt nog eens onderstreept hoezeer Hij het misbruiken van Zijn naam verafschuwt.
Als God de aarde heeft geschapen kijkt Hij rond en ziet en zegt dan ook
dat alles goed is. Met het zondigen van Adam en verandert dat. Vanaf
het moment dat zij, na het eten van de boom, uit het paradijs gezet
zijn, zondigen alle mensen. Het wordt zo erg dat God er op een gegeven
moment spijt van heeft dat Hij de mensen heeft geschapen. Een zondvloed
moet de aarde weer helemaal schoonmaken.
Alle mensen op aarde zondigden dus tegen God, maar er is ??n man die
wel goed doet en nog in God gelooft die man is Noach. Noach is een man
van 600 jaar, met een vrouw en drie zonen. God gaat naar Noach toe en
Hij zegt tegen hem dat Hij de aarde wil gaan vernietigen, met alle
mensen erbij. Maar Noach mag blijven leven omdat hij wel in God
gelooft. Voor deze redding moet hij zelf een ark gaan bouwen. God legt
precies aan Noach uit hoe groot de ark moet zijn, waarvan de ark
gemaakt moet zijn en Hij vertelt hem ook dat er dieren mee moeten. Deze
ark moet 300 el lang, 50 el breed en 25 el hoog zijn. De maat die wordt
gebruikt is dus de el. E?n el is ongeveer 45 centimeter. God vertelt
Noach ook dat de ark drie verdiepingen moet hebben, een deur aan de
zijkant en dat er aan de bovenkant een lichtopening moet zijn.
Lees meer: De zondvloed
Het tweede gebod gaat eigenlijk door op het eerste. In het eerste gebod staat dat je naast God geen andere goden mag dienen en in het tweede staat dat je geen beelden mag maken en die aanbidden: ?Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij?. Hier staat heel duidelijk dat je niet voor beelden mag knielen en ze aanbidden. Alle aanbidding komt toe aan God. Mag je dan wel een beeld van God maken? Nee, want hij is zo onbegrijpelijk zo groot dat je je Hem niet eens voor kunt stellen en dus ook geen beeld van kan maken. Aan dit gebod wordt door God ook nog een waarschuwing toegevoegd. Namelijk dat Hij alle mensen zal straffen die wel beelden van andere goden maken en die aanbidden, maar Hij zal niet alleen die mensen zelf straffen, maar ook hun kinderen en hun kleinkinderen. Maar Hij geeft er ook een belofte bij, namelijk: als je God wel liefhebt zal Hij je zegenen en zelfs je kinderen, tot in het duizendste geslacht.
Het kan zijn dat het zondag is als je dit artikel leest. Dan ben je
waarschijnlijk naar de kerk geweest en heb je daar mensen ontmoet die
ook in de Here God geloven. Maar als je dan maandag weer naar school
gaat, kom je misschien je vrienden tegen die niet naar de kerk gaan.
Wat vind je daarvan? Vind je het niet leuk? Of maakt het je niks uit?
Het kan moeilijker worden als jij wordt uitgescholden om je geloof. Het
kan ook zijn dat je aanvoelt dat je maar beter niet kunt zeggen dat je
naar de kerk gaat: dan is het dikke bonje; zeker weten dat je je
vrienden kwijt bent?
Getuigen?? Wasda?
Getuigen? Dat is toch vertellen over de Here Jezus. Is dat ook niet
zoiets als in het centrum opwekkingsliedjes gaan zingen, of folders
uitdelen? Vertellen aan je vrienden wie de Here Jezus is? Of iemand mee
naar de kerk nemen? Dat kan inderdaad het geval zijn. Ook op deze
manieren kun je iets vertellen over de Here Jezus. Je kunt ook getuigen
door te vertellen wie Jezus voor jou is. Eigenlijk is dat ook een
opdracht. Maar? nu kan het juist zo zijn dat jij niet zo goed in het
spreken bent. Het kan zijn dat je niet goed uit je woorden kan komen en
dat je soms de Bijbelverhalen niet goed kan herinneren.
Lees meer: Van Jezus getuigen- Elke dag?
Het geschiedde namelijk, toen Salomo
oud geworden was, dat zijn vrouwen zijn hart meevoerden achter andere
goden, zodat zijn hart de HERE, zijn God, niet volkomen was toegewijd
gelijk dat van zijn vader David. (1 Kon. 11: 4)
Salomo was de slimste man van zijn tijd. Van hem werd gezegd dat hij
groter in wijsheid was dan wie dan ook in het Oosten en Egypte (1 Kon.
4: 30-31). Hoe hij aan al die wijsheid kwam, is je waarschijnlijk wel
bekend. Die had hij van God gekregen. De exacte geschiedenis daarvan is
terug te lezen in 1 Koningen 3.
Van die wijze, gelovige Salomo lijkt in het vers bovenaan dit artikel
weinig meer over. In plaats daarvan lezen we van een man die naast God
andere goden ging dienen en ook voor zijn (heidense) vrouwen
offerplaatsen liet bouwen, waar ze hun afgoden konden dienen.
Het lijkt nogal vreemd. Koning Salomo had van God zoveel gekregen:
kennis, macht, geld, eigenlijk alles wat zijn hart maar begeerde. En
toch liet hij God maar zo?n beetje zitten. Hij ging Milkom, alias
Moloch, achterna. Dat was die god die bekend was van de kinderoffers,
een figuur waarvan Isra?l zich verre moest houden (Lev. 18: 21). Ook
Astarte, de godin van de oorlog en vooral ook de seksualiteit kon op de
aandacht van Salomo rekenen (en haar hulp kon hij ook wel gebruiken,
met z?n 700 vrouwen en 300 bijvrouwen).
Lees meer: De afgoderij van Salomo